TOT HEIL VAN DEN MATROOS EN DEN SOLDAAT Geschiedenis van de Protestantse Militaire Tehuizen op Walcheren De Protestantse Militaire Tehuizen (PMT's) op Walcheren, waarvan het laatste - dat te Middel burg - in 1992 werd gesloten, waren vestigin gen van de Koninklijke Nederlandse Militaire Bond Pro Rege. Deze protestants-christelijke organisatie exploi teert - voornamelijk in Nederland - militaire tehuizen met het oogmerk de geestelijke en stoffelijke belangen van militairen te bevor deren. Het huidige Pro Rege is in 1947 ontstaan uit een fusie van de Nederlandse Militaire Bond (de tehuizenbond) en de uit 1918 stammende Nationale Vereniging Pro Rege (een vereniging die onder andere lectuur verspreidde onder militairen). Voor het ontstaan van de Nederlandse Militaire Bond moeten we terug naar de jaren zeventig van de vorige eeuw. Het leger bestond in die tijd uit lotelingen en beroepsmilitairen. De lote- lingen waren de voorlopers van onze huidige dienstplichtigen. Hun beloning was sober en bedroeg bijvoorbeeld in 1874 0,30 per dag, waarvan ook nog bepaalde delen van de uitrus ting betaald moesten worden. Het leven in de kazernes was eentonig en zwaar. Particulier initiatief trachtte hier en daar iets voor de militairen te doen: men nodigde bijvoorbeeld thuis soldaten uit, bovendien wer den in enkele plaatsen ontspanningslokalen gesticht en militaire verenigingen opgericht. Het bleven echter incidentele pogingen, die - hoe goed ook bedoeld - niet voldoende waren. Op een congres voor de Inwendige Zending van 3 september 1874 te Amsterdam kwam de arbeid onder militairen ter sprake en men besloot een Bond van Militaire Verenigingen op te richten. Na enige voorbereiding kwam het op 28 oktober 1874 te Utrecht tot de oprich ting van een Bond van Militaire Verenigingen. De aansluiting van de reeds bestaande militaire verenigingen bij de nieuwe overkoepelende organisatie verliep moeizaam: Amsterdam, Arnhem, Gorkum sloten zich aan; Den Haag, Leiden, Middelburg en Nijmegen aanvankelijk niet. De Bond ging echter met zijn werk door en het eerste tehuis dat door zijn arbeid tot stand kwam was dat te Vlissingen. Tijdens een op 6 april 1876 gehouden vergade ring van het Hoofdbestuur werd een brief uit Vlissingen aan de orde gesteld, waarin men om raad vroeg in verband met het oprichten van een tehuis. Er was al een plaatselijke commis sie gevonnd. Het lukte deze commissie een pand te huren aan de Kromme Elleboog 46. Begin mei 1876 werd dit gebouw, dat vroeger onder de naam "Grand Salon" een slechte repu tatie genoot, als militair tehuis geopend. De lig ging was ongunstig en de inrichting weinig geriefelijk. Toch werd er regelmatig en vrij druk gebruik van gemaakt. In de loop der jaren liep het bezoek terug. De inkomsten uit contributies, giften, collectes en 14

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1995 | | pagina 16