Het nieuwe tehuis betekende een grote vooruit
gang. Men beschikte over een conversatie- en
vergaderzaal, studeerkamer, logeerkamers voor
militairen en/of ouders, een schrijf- en leeszaal
enzovoort.
Een der eerste activiteiten was het organiseren
van een anti-kermisweek in juli 1921. Een
week die stond in de geest van: "bewaring en
terughouding der wereldsche vreugde."
We maken een sprong naar de jaren dertig. Het
karakter van de activiteiten begon enigszins te
veranderen in die zin dat men meer naar buiten
trad. Zo was men tijdens de anti-kermisweek
van 1935 op het sportterrein gast van de gym
nastiekvereniging CKWO. Ook accordeon- en
mondharmonica doen hun intrede.
Bezoekers waren toen jongens van de matro-
zenopleiding (wachtschip Noord-Brabant) en
soldaten van de kustartillerie.
In 1937 namen de ouders van het Vlissingse
tehuis - het echtpaar Van Benthem - in een
bomvolle zaal afscheid. De bij vele oudere
Vlissingers bekende predikant Ds. Hartjes
voerde het woord, evenals de garnizoenscom
mandant kapitein Mr. Van der Slikke, Ds.
Smeenk (Geref.) en anderen. De heer L.A.
Stofkoper las voor uit zijn werk "Op en om de
Noordzeeboulevard" en droeg enkele Vlaamse
stukjes voor. De avond werd besloten met het
zingen van "Mijn schild ende betrouwen".
De mobilisatieperiode 1939/1940 vormt met
betrekking tot de PMT's op Walcheren een
blinde vlek. In de archieven van PRO REGE is
hierover niets te vinden. Wij mogen aannemen
dat vele activiteiten zijn ontplooid, maar moe
ten het bij deze veronderstelling laten.
Iets meer is bekend over de gevolgen van de
Duitse inval op 10 mei 1940. Op 12 juni 1940
meldde de secretaris van de afdeling Vlissin-
gen, dat aan het PMT door oorlogsgeweld
schade was toegebracht: ramen en voordeur
waren geheel vernield, de gehele voorgevel met
planken dichtgespijkerd, terwijl ook inwendig
schade was toegebracht. De schade werd
geraamd op 650,-.
Pogingen om het tehuis aanvankelijk nog open
te houden ten bate van de Opbouwdienst lever
den geen resultaat op. Daarom moest aan de
tehuisouders tegen 1 oktober 1940 ontslag wor
den aangezegd.
Na de bevrijding probeerde men de draad weer
op te pakken. Het verenigingsorgaan van de
Militaire Bond "De Nederlandsche Krijgsman"
maakt over 1946 melding van het tehuis in
Vlissingen, dat toen voornamelijk door marine
personeel werd bezocht.
Begin februari 1953 stond het PMT Vlissingen
geheel in het teken van de hulpverlening ten
gevolge van de watersnood. De benedenzaal
kon men droog houden, maar de kolenkelder
liep onder water. De politie riep de telefonische
hulp in van het PMT, dat als een soort com
mandocentrum ging fungeren. Om 2.30 uur
's nachts (1-2-1953) werd het wachtschip Jacob
van Heemskerk gealarmeerd, tijdens en na de
reddingsacties in de ondergelopen Vlissingse
binnenstad werden de redders vanuit het tehuis
van koffie voorzien. Van het PMT uit werden
kranten gedistribueerd, schadeformulieren uit
gereikt, het archief van de Hervormde Ge
meente werd op zolder ondergebracht, zee
vaartscholieren vonden er ontspanning enzo
voort.
In de jaren zestig begon het bezoek te tanen.
De notulen van 30 september 1963 van het
hoofdbestuur vermelden bij Vlissingen: op de
huidige plaats gaat weinig om. In 1964 bezoch
ten tot en met juni 2414 militairen het tehuis.
Het plaatselijk bestuur van Pro Rege gaf eind
1963/begin 1964 - zonder overleg met het
dagelijks bestuur - aan een architect opdracht
een restauratieplan te ontwerpen maar werd
door het dagelijks bestuur teruggefloten. Men
wilde het tehuis niet laten restaureren, omdat
het té ongunstig gelegen was en ook al omdat
de toekomst van het garnizoen Vlissingen
onzeker was. De Staatssecretaris van Defensie
deelde in de loop van 1964 mede, dat te Vlis
singen een garnizoen zou blijven bestaan.
Medio 1964 verzocht het plaatselijk bestuur het
tehuis af te staan aan de Openbare Leeszaal, die
met ruimtegebrek kampte en omdat het tehuis
te weinig bezoek trok. Geadviseerd wordt
opheffing of overbrenging naar het pand
Noordstraat 34.
Het dagelijks bestuur nam de kwestie grondig
onder de loep en besloot het pand aan de
gemeente te koop aan te bieden en een stukje
grond voor nieuwbouw bij de Marinekazerne te
claimen. Het tehuis aan het Bellamypark zou
dan tijdelijk gesloten worden, hetgeen in de
loop van 1964 gebeurde. Het gebouw werd
voorlopig voor 1.500,- per jaar aan de Open
bare Leeszaal verhuurd.
De kwestie bleef zich voortslepen: in november
1966 was men nog steeds in onderhandeling
17