Ribe, vertonen overeenkomst. In dit artikel wordt echter alleen aandacht besteed aan de sceatta's. Voorbarige conclusie Zoals zo vaak trok ik te snel een conclusie: de oude Domburgse nederzetting (Walacria) had handelscontacten gehad met het Deense Ribe en wel meer specifiek gedurende de achtste eeuw. Een conclusie moetje altijd checken, dus nam ik contact op met een van de Zeeuwse muntenexperts Henk Hendrikse van het Pro vinciaal Depot voor bodemvondsten in Mid delburg. Henk hielp me snel uit de droom. De sceatta's werden door heel Europa gebruikt. In die tijd was het niet gebruikelijk dat munten alleen waren voorbehouden aan een bepaald gebied, zoals de gulden nu alleen in Nederland mag worden uitgegeven en de Lire in Italië. De verkoper beet eens op het muntje en woog het, maar als er genoeg edelmetaal in zat, was het goed. Dit gebeurde ook nog in de zeventiende eeuw, getuige de inhoud van de muntvondst van Serooskerke. De muntjes bleven ook vrij lang in zwang. Het hoeft dus ook niet zo te zijn dat de aan het begin van de achtste eeuw in Ribe geslagen munten nog datzelfde jaar in Walacria arriveerden. Pas nadat West-Europa niet goed meer was te bereizen over langere afstanden, na de ineenstorting van het rijk van Karei de Grote, raakten de markten regionaler georiënteerd. Daaruit vloeide voort dat nieuw geslagen munten ook niet meer zo'n grote ver spreiding kenden, totdat de lange afstandhandel weer aantrok. Dank je wel Henk, dag droom. Walacria Wat kunnen die muntjes dan wél vertellen? Op het strand van Domburg werden muntjes gevonden die overeenkomen met die uit Ribe. De muntjes op het strand van Domburg beho ren tot de nederzetting uit de Merovingisch/ Karolingische tijd. De nederzetting was al aan wezig aan het eind van de zesde eeuw en ver loor aan betekenis in de late negende eeuw. De plundering door de Noormannen in 837 heeft daartoe bijgedragen, maar ook de daaropvol gende onrust en politieke onzekerheid op het eiland en de teloorgang van de internationale handel na het uiteenvallen van het relatief veilig bereisbare rijk van Karei de Grote. In de loop van de tiende eeuw nam Middelburg de centrumfunctie over. Walacria was te verge lijken met Dorestat (bij het huidige Wijk bij Duurstede) en was tot bloei gekomen door onder andere de lange-afstandshandel, getuige het groot aantal vondsten van "buitenlandse" herkomst. Ook uit de beginperiode van Wala cria zijn munten bekend, die onder andere zijn geslagen in Maastricht (midden zevende eeuw), Dorestat (vanaf het midden van de zevende eeuw) en Friesland (vanaf het laatste kwart van de zesde eeuw). Dit betreft voor een groot deel gouden munten. Zilveren munten, zoals de sceatta's, komen pas voor vanaf de tweede helft van de zevende eeuw. Walacria leverde waar schijnlijk zelf voornamelijk wol aan de inter nationale handel. De schorren van het eiland boden een prima gelegenheid voor de schapen teelt. Walcheren stond ook bekend vanwege de paardenfokkers. Langs de grote Europese rivieren en langs de kust waren naar de Romeinse tijd en onder de gunstige vrede tijdens de grote rijken van de Merovingers en Karolingers grote nederzettingen ontstaan, waaronder Dorestat, maar ook Walacria en mis schien Scaldis (op de kop van Schouwen). Af gezien daarvan bestonden er nog steeds aan zienlijke steden die hun oorsprong hadden in de (voor-)Romeinse tijd, zoals Byzantium, Parijs, Londen en Bordeaux. Al deze steden stonden op enigerlei wijze met elkaar in verbinding. Schepen uit Walacria zullen misschien niet rechtstreeks handel hebben gedreven met Parijs, maar langs verschillende routes kunnen goederen uit die stad wel via Walacria in Ribe zijn gekomen. Dit wordt in elk geval veronder steld voor Dorestat. De schrijver van het boek suggereert dat Ribe kan worden beschouwd - op z'n minst gedurende achtste eeuw - als de poort van Noordwest-Europa naar Scandinavië. De bloeitijd van Ribe komt overeen met die van Walacria, zij het dat in die laatste nederzet ting al een eeuw eerder handel werd gedreven. Herkomst muntjes Iets over de muntjes zelf. Het grootste deel van de in Ribe gevonden muntjes (85 procent) betreft de Wodan/monster-soort. aan de ene leant is de Scandinavische god Wodan afge beeld en op de keerzijde een zich afwendend dier. Juist deze muntjes werden in Ribe ge slagen, vanaf 720. Tussen de in Domburg gevonden sceatta's komen deze muntjes ook voor, maar ze zijn wel zeldzaam. En die zeld zaamheid komt overeen met de conclusie in het 23

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1995 | | pagina 25