boek dat van de buiten Ribe gevonden munten
in Engeland en Friesland, waartoe Walacria
toen nog behoorde, zij het dat het gebied regel
matig van eigenaar verwisselde; dan weer
Franken, dan weer Friezen) slechts 5 procent
tot de Wodan/monster-soort behoort. De in
Nederland meest voorkomende soorten sceat-
ta's zijn van het zogenaamde continentale
runentype, het stekelvarken/standaardtype en
het Wodan/monstertype. De eerst genoemde
sceatta-soorten komen ook in Ribe en Walacria
voor. overigens werden buiten Ribe in de
omringende dorpen, afgezien van het op enkele
kilometers gelegen welvarende en oudere Dan-
kirke, geen sceatta's gevonden. Dit leidt tot de
suggestie dat de muntjes alleen werden
gebruikt op markt in Ribe ter aanvulling op de
ruilhandel en voor de aankoop van kleine pro-
dukten. Buiten Walacria zijn de muntjes ook
nog nooit aangetroffen. Dat sterkt de suggestie
dat de muntjes alleen circuleerden binnen het
handelsverkeer. Buiten de handelsstromen werd
blijkbaar alleen nog ruilhandel gepleegd, zon
der geld als betaalmiddel.
Kerstening
Andere beeltenissen op de muntjes vertonen
vaak, maar niet altijd, een christelijk kruis. Dat
wil zeggen dat ze in ieder geval niet zijn ge
slagen in Ribe, maar in een reeds gekerstend
gebied. De kerstening van dit deel van Dene
marken door Willibrord aan het begin van de
achtste eeuw liep op niets uit. Ribe kreeg pas
een bisschop in 948. De eigenlijke kerstening
heeft misschien iets eerder plaatsgevonden,
maar toen waren de sceatta's al geen betaal
middel meer. overigens werden de originele
sceatta's zo vaak geïmiteerd dat het wel dege
lijk mogelijk is dat ook in niet-christelijke
gebieden muntjes met een kruis werden ge
slagen. De eigen godsdienst verbood blijkbaar
geen muntjes van een andere godsdienst. In
Ribe zijn echter geen tekenen gevonden van het
slaan van andere munten dan die van het
Wodan/monstertype.
Conclusie
De sceatta's van Ribe en Walacria behoorden
tot het betaalmiddel dat gemeengoed was in het
interregionale Europese handelsverkeer. Of een
handelaar uit Ribe in Walacria in klinkende
munt heeft betaald voor een lading wol is niet
bekend, maar ook niet onmogelijk. Of een
handelaar uit Domburg in Ribe zijn wol heeft
aangeboden en betaald werd met blinkende
sceatta's, is net zo min bekend en evengoed
niet onmogelijk. De conclusie is gerechtvaar
digd dat een deel van de in Domburg gevonden
muntjes is geslagen in Ribe. Ik wil nog wel de
slag om de arm houden dat Ribe misschien niet
de enige plaats is geweest waar sceatta's van
het Wodan/monster-type werden geslagen, ook
al wordt dat door het boek over Ribe niet
gesuggereerd. Daar moet nader onderzoek nog
uitkomst bieden.
Met dank aan Henk Hendrikse.
Een uitgebreider artikel over dit onderwerp is
in voorbereiding.
Robert Jan Swiers
Literatuur
- Heeringen, R. M. en M. R de Bruin:
Karolingische burchten in Zeeland, Geplaatst in
de Zeeuwse geschiedenis, Provincie Zeeland,
oktober 1993
- Henderikx, P. H.: Walcheren van de 6e tot de 12e
eeuw, Nederzettingsgeschiedenis in fragmenten,
overdruk uit het archief van Koninklijk Zeeuwsch
Genootschap der Wetenschappen, 1993
- Jensen, S.: The Vikings of Ribe, Ribe 1991
- Pol, A.: De verspreidingsgebieden van in
Nederland geslagen Merovingische gouden
munten der 7e eeuw, in Westerheem XXVII,
maart 1978
- Pol, A.: Remmerden 1988: een vondst van
vroeg-middeleeuwse munten bij Rhenen,
in: De Beeldenaar, 19e jaargang nummer 2,
maart/april 1989
- Rethaan Macaré, C. A.: Verhandeling over de bij
Domburg gevondene Romeinsche, Frankische,
BrittannischeNoordsche en anderen munten,
oorspronkelijk Middelburg 1838, overdruk
door de werkgroep historie en archeologie van
het Koninklijk Zeeuws genootschap der Weten
schappen, Middelburg 1992
- Rethaan Macaré, C. A.: Tweede verhandeling
over de bij Domburg gevondene Romeinsche
Frankische, Brittannische en andere munten,
oorspronkelijk Middelburg 1856, overdruk
door de werkgroep historie en archeologie van
het Koninklijk Zeeuws genootschap der Weten
schappen, Middelburg 1992
24