'k HELEZE
Als jong meisje was ik gefascineerd door mijn
grootouders die ver weg woonden, in de, zoals
wij dat noemden, "de Nop" of "de Nóórdöóst".
Eens in de zoveel tijd kwamen zij ons bezoe
ken; mijn oma, in klederdracht, achter het
stuur, met een doos vol "mussen" achterin de
kofferbak, die alleen maar op een adresje in het
"thuisland" konden worden gesteven en
geplooid. Ik vond mijn oma altijd de mooiste
boerenvrouw van allemaal; zij was de rijke kle
derdracht trouw gebleven zoals die begin jaren
vijftig werd gedragen en die in Zeeland zélf
sinds die tijd alleen maar versoberd was. Wij
gingen zelf natuurlijk ook vaak naar de Noord
oostpolder. Het was daar op die boerderij bij
Nagele heerlijk; we mochten onbeperkt tussen
de "beiers" struinen, de schuur met zijn grote
en moderne machines betraden we met de
hoogste achting (ik dacht zelfs dat het verboden
was in de schuur te komen), er was nooit ver
keer op straat, we bezochten Schokland en we
luisterden naar het imponerende "van nood
druft en overvloed" en "het brood der smarte"
van mijn opa. Ik heb het nooit gek gevonden
dat hier in dit nieuwe land, honderden kilo
meters van huis verwijderd, met zijn ultra
moderne, kale en ongezellige dorpen, mijn oma
in Walcherse klederdracht rondliep. In de kerk
was zij immers niet de enige.
Naar provincie van herkomst waren de Zeeu
wen de grootste groep die tussen 1947 en 1962
de nieuwe Noordoostpolder bevolkten (338
boeren en 35 fruittelers). Tussen deze 338,
die allemaal worden genoemd in het boek
"Zeeuwse pachters in de Noordoostpolder"
trof ik ook mijn grootouders aan. De auteur is
D.J. Wolffram, die als historicus verbonden is
aan het Sociaal Historisch Centrum voor Flevo
land.
Het boek is wetenschappelijk onderbouwd,
vaak saai, maar meestal toch goed leesbaar
door de vele herkenbare beschrijvingen en
foto's.
De rijksoverheid had een rationele en moderne
bedrijfsvoering voor de nieuwe polder voor
ogen, en ontplooide daartoe een "Orwelli
aanse" selectiepolitiek. Het verhaal klopt dus
écht, dat ambtenaren bij de gegadigden thuis
(in Zeeland) met de vinger langs de plinten
gingen, om te checken of mevrouw wel netjes
genoeg was. Een boer die over goede land-
bouwkwaliteiten, maar een slordige vrouw
beschikte, kon het dus wel schudden. Later
werd de strenge selectie noodgedwongen wat
versoepeld, door de grote stroom watersnood-
boeren die in de polder gevestigd moesten
worden.
Van alle Zeeuwen die de Noordoostpolder be
volkten, hechtten de Walcherenaren het meest
aan traditie. Zij waren het die hun abonnement
op de P.Z.C. behielden, het dialect bleven
spreken en hun stempel drukten op het refor
matorisch kerkelijk leven. Walcherse vrouwen
bleven, procentueel het meest van allemaal, de
klederdracht trouw. De Walcherse boeren had
den daarom ook betrekkelijk weinig contact
met mede-dorpelingen, die van elders afkom
stig waren.
Hun handhaving van de traditionele landbouw-
cultuur zorgde voor enig houvast in een razend
snel moderniserende omgeving. De ontwikke
lingen gingen uiteindelijk zó snel, dat de
Noordoostpolderbedrijven al binnen 20 jaar
ouderwets en te klein bleken; de toekomst
perspectieven voor de boeren van de jaren
zeventig en tachtig lagen in de Flevopolder.
Mijn grootouders hebben uiteindelijk hun
Nageler bedrijf verkocht, zijn in een bungalow
in het doip zelf getrokken (u weet wel, zo één
met een plat dak) en wonen nu alweer geruime
tijd in "Swerfrust" en zijn dus "weer thuis".
Hun zoon heeft een pachtbedrijf betrokken in
de Flevopolder maar dit ook alweer verkocht,
omdat zijn zonen meer brood zagen in de com
puterbranche. Dit hoofdstuk Zeeuwse historie
is dus, wat onze familie betreft, definitief afge
sloten. Alleen al daarom, uit nostalgische over
wegingen, heeft dit boek mij zo bijzonder
getroffen.
Zeeuwse pachters in de Noordoostpolder door
dr. D.J. Wolffram. Stichting Uitgeverij De Twaalfde
Provincie. Prijs 39,50.
In de vorige Wete berichtte ik u dat er dit
seizoen zo weinig toeristische gidsjes over
Zeeland waren verschenen, dit in tegenstelling
tot andere streken, bijvoorbeeld Zeeuwsch-
Vlaanderen. Ik was met deze conclusie iets te
voorbarig: het NIVON ("ontmoetingsplaats
voor progressieve mensen") heeft een cultuur-
en natuurgids uitgebracht over Zeeland, die
25