exercitiegenootschap en leesgezelschap, socië teit "De Unie". Na de troebelen in Middelburg van 1787 en het uitsteken van de Oranjevlag op de stadhuistoren moest de patriotten-sociëteit worden opgeheven. Na de inval van Franse troepen in de Republiek op 13 maart 1795 en de capitulatie van de Staten van Zeeland werd besloten tot herstel en wederoprichting van "De Unie". In de openingstoespraak van destijds sprak de president de volgende woorden: "De oogmerken van zodanig een genootschap zijn hoofdzakelijk de herstelling en handhaving der vrijheid der gelijkheid, der broederschap" (p. 7). Nadat in 1799 de naam was veranderd van "volkssociëteit" in "burgergezelschap", be gon het politieke karakter langzaam te ver anderen. In 1804 werd de naam gewijzigd in "Sociëteit De Vergenoeging". Men kwam samen in een gebouw op de Markt (zie afb.), dat in 1930 geheel in de as werd gelegd. Daarbij zijn ook bijna alle archiefstukken verloren gegaan. Na diverse behuizingen zetelt de sociëteit sinds 10 jaar in "Le Baron Chassé". Wie wel eens ver genoegd binnenkijk!, wordt getroffen door de pracht aan régence- en Louis-stijlen die het huis zo kenmerken. Sommige aspecten aan het gedenkboek lijken mij voor niet-leden tamelijk oninteressant. Veertien pagina's met bestuurs- en verenigings leden vroeger en nu zijn enigszins overdreven, evenals het als illustratie opnemen van zo'n beetje elk oud activiteitenprogramma, elke kwitantie of iedere rekening uit het archief. 200 jaar Sociëteit 'De Vergenoeging" 1795-1995 door M. Sanderse, z.p. 1995. Te verkrijgen bij het secretariaat van de sociëteit a 29,50. T. Polderman Torentje, torentje, bussekruit, Wat hangt er uit? Een gouden fluit. Toen we deze week door Middelburg liepen ontdekten we de rail, die over de hele lengte langs de Lange Jan was geschroefd. We hadden wel in de krant gelezen dat het een kunstproject was, maar eerlijk gezegd vergeten wat de kun stenaar daarmee had bedoeld. Dus waren we overgeleverd aan onze eigen indrukken. Plotseling herinnerde ik mij een voorval, dat ik eigenlijk al lang was vergeten. Hoe wij als jon getje eens vanaf de Sint Jacobstoren in Vlissin- gen hadden gepiest. Het was wel een hele kunst geweest, maar geen kunstproject en zeker hadden wij daar nooit subsidie voor aangevraagd. En om de daad wat extra reliëf te geven hadden we daarna vanaf de transen het lijflied van de Oranjeschool aan geheven: "Wie wolken, wind en water, wijst spoor en loop en baan." 27

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1995 | | pagina 29