OVER DE BOURDON EN HET CARILLON
VAN DE LANGE JAN IN MIDDELBURG
1715 - 1940- 1953
"dum campana sonat, vitae tunc labitur aetas"
Brand in de toren
Middelburg, 1 augustus 1712. Een stad vol
bedrijvigheid. Levendige drukte op kaden en
markten. Poorters op het Abdijplein, op weg
naar de Munt of de Admiraliteit. Bestuurderen
op het plein voor het stadhuis. En hoog boven
dat alles uit de Lange Jan, de fraaie toren van
de oude Abdij. Een dag als zovele tijdens een
zomer in Zeeland. Tot een dreigend gerommel
zich van verre liet horen en donkere wolken
zich boven de stad samentrokken. Gehaast
spoedden de burgers zich huiswaarts, gedachtig
aan de woorden van hun prediker Jacobus
Leydekker over de "stem van Gods vreselijke
toorn" en "het straffende hemelvuur".
Een felle flits raakt de toren. Vlammen spelen
om de spits en lopen langs het dak van de kerk.
De Lange Jan gaat branden, het dak vat vlam.
De brandmeesters met hun hulpen zijn spoedig
ter plekke, maar hun spuiten reiken niet ver
genoeg. Vrijwel onbereikbaar loeit het vuur.
Reddeloos gaat de Lange Jan ten onder. Twee
helpers, Jan Craye en Pieter de Lange komen
om in de laaiende vlammen.
Aan de voet van de toren vormde zich een berg
van steen en puin, halfverbrand hout en ge
smolten lood, brons en koper. En daaronder,
zwaar beschadigd, de grafzerk, die als sluit
steen diende voor de grafkelder van de familie
Bedloo.
Ds. Jac. Leydekker
"Op het verbranden van de Abdye-Tooren
'wraakstraf over 't quaad'. En het beschadigen
der Kerken daardoor." Dat schreef Leydekker
boven zijn vers over de torenbrand. De boek
drukker J.J. Callenfels, "papierverkooper woo-
nende in den Langendelft," gaf het uit.
"Middelburgers", zo begint het, "leert uw les
uit dit vreselijke blixemoordeel. En gedenkt
hoe het Gekraak van 's Heeren Donder schater
de in de lucht."
De Libertijnen roept hij toe: "Dwaze Vrijden
kers, wilt ge nog niet begrijpen dat dit vuur van
God kwam? Vaker toch al heeft Hij Zijn
Hemelse vuur op u doen neerdalen, om uw vele
zonden. Hij zelf beschadigde de daken van de
kerk. Hij schreef zijn MENE TEKEL vlam
mend aan de wand." Geteld, gewogen, te licht!
Fabrieken (bouwkundigen)
Reeds enkele maanden na die rampzalige eerste
augustus, legde de fabriek Jolijt een ontwerp
voor en diende de stadsbrandmeester, tevens
fabriek, Floris Bedloo, een plan in voor de her
bouw. "Grootsch en deftig, wel ende loffelijk"
moest het worden, een rijke stad waardig.
Pieter Graafschap die veel ervaring had opge
daan bij de herbouw van de toren in Breda,
werd aangezocht. Hij nam de leiding van het
werk op zich.
En om helemaal zeker te zijn van een goed
resultaat werd advies gevraagd aan Jac.
Rooman. Hij was architect geweest bij Stad
houder-Koning Willen III. Ook Steven Venne-
kool heeft aan de besprekingen deelgenomen.
En zo is er een fraaie houten torenbekroning
gebouwd, met koperen platen en gekroond met
de keizerskroon, vol parels. En nog daartoe een
prachtig carillon, afgestemd op de welluidende
4