in hetzelfde gebouw ais het Provinciaal Bestuur van Zeeland, de Abdij te Middel burg, regeerden de heren van Walcheren het eiland: de zorg voor de zeewering, de afwatering en het daarmee samenhangen de peil van het grondwater. De inwoners van Walcheren, of zij nu rijke stedelingen waren, rijke of minder rijke boeren, allen hebben ze in de afgelopen eeuwen miljoe nen guldens betaald om hun stukje leef omgeving te beschermen tegen de drei ging van de zee en om de voeten droog te houden. Steeds weer kwam de roep om meer inspraak in het bestuur. Zeggenschap betekent echter meebetalen. Betaalden vroeger alleen de grondbezit ters de polderbelasting, het geschot, tegenwoordig dragen alle inwoners van Walcheren hun steentje bij. Na de oorlog verrees het polderhuis van Walcheren aan de Groenmarkt. Het gebouw van architect J.F. Berghoef heeft altijd tot de verbeelding gesproken. Het paste prima in de wederopbouw van de Middelburgse binnenstad. In 1965 gingen de polders van Nieuw- en Sint Joosland en Arnemuiden samen met Het Polderhuis nan de Groenmarkt (1969) de Polder Walcheren op in het Waterschap Walcheren. Dit waterschap ontwikkelde zich tot een moderne overheidsinstelling, die haar taken goed uitoefende. Behalve de zorg voor de zeewering, de zogenaam de waterkeringstaak, en de zorg voor de afvoer van het landwater, het zogenaamde waterkwantiteitsbeheer, ging het water schap zich vanaf 1975 ook bezighouden met de kwaliteit van het oppervlaktewater. Blijkbaar was de wijze waarop Walcheren het deed naar de maatstaven van de moderne tijd niet meer voldoende. We kunnen blijven treuren over het verlies van 'de Polder', maar we moeten verder. In maart van dit jaar verschijnt een boek over de geschiedenis van 'onze Polder'. Zo kunnen we met z'n allen terugblikken op duizend jaar Walcheren. L.M. Hollestelle

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1996 | | pagina 20