eerste twee regels van dit gedicht gaan als
volgt:
'Al heeft de sim een gulden rok.
Zo is 'et toch maar enkel jok.
Een 'seute' is een halve gare of een zeur.
Ook een 'zemelkouse' is een zeur.
Deze samenspraak had nog aangevuld
kunnen worden met andere (minder) fraaie
benamingen zoals:
sibbedeetje, vrouw die zeurt
frikmentintel, eigenaardige vrouw
vule kommêêre, lelijke kwaadspreekster
kedee, bazige vrouw
stutte, slutje, sukkelachtig, sullig, lamlendig
vrouwspersoon
perjan, heerszuchtige vrouw
fernienschieter of schietfernien. kribbig of
hoogmoedig meisje of vrouw
kerblkse, rispeschieter of schietnist, snib
big meisje of vrouw
perseetje, ijdel meisje
bederveliengetje, verwend kind
erregen bêêst, vrek
'aerzak, naarling of vrek
motzak, kwaadaardig persoon
nistzak, kwaadaardig kind
nistig dienk, lastig, vervelend persoon
iezebiter, luzebos, miezeras, neetööre of
netebos, nijdas, iemand die nurks is
kopstik, koppig iemand
deurdrommer, iemand die zijn zin doordrijft
astranten mieter, brutaal, vrijpostig persoon
boebaschopper, opschepper
kermietelige mieter, iemand die vlug op
zijn tenen getrapt is
flêêmsmoel, iemand die geniepig is
draoitop of windwaoier, letterlijk een weer
haan, figuurlijk iemand die met alle winden
meedraait
schumer, iemand die alles loopt of staat af
te loeren
miskwal, mispunt
protter, bengel
smouter, ondeugd
braesem, doerak, smoefel of niedeuger,
deugniet, kwajongen
brak, schoeven turk of schoeven poepuul,
wilde, onbesuisde jongen
gróten 'ulk, opgeschoten jongen (ongun
stig)
kloenige vent, onbehouwen man
sloef, onbehouwen, slordig, sloom persoon
nienutter, niksnut
sloppen 'ond of slopkonte, slordig, noncha
lant, nalatig iemand
kulletje, sukkel
bietebau, iemand met een slecht humeur
'eimelikken bêêst, knorrig, ontevreden per
soon
grööze stienkerd. iemand die hoogmoedig
is
Dit was zomaar een greep uit de schriften
van Jan Vader1. U ziet: ons Walchers dia
lect was rijk aan dit soort woorden.
Bij het verzamelen van bovenvermelde
benamingen bleek dat een aantal daarvan
niet in het Woordenboek der Zeeuwse Dia
lecten voorkomt.
F. van den Driest
1 Aan Jan Vader is de naam van deze rubriek,
'Vadertjes', ontleend. Hij leefde van 1875 tot
1966 op Walcheren. Hij schreef veel verhalen
en stukjes over gezegden en gebruiken op Wal
cheren. De Heemkundige Kring mag van het
geschrevene gebruik maken.
Geraadpleegde boeken:
- Woordenboek der Zeeuwse Dialecten
- C.f. Aartsen, M.C. van Etten, Domweg
gelukkig in de Dapperstraat, Amsterdam 1994