zen naar de machinekamer, waar ons dui
delijk werd gemaakt hoe de sluizen wer
ken om het water in en uit te laten vloeien.
De duur van dit bouwproject, een onder
deel van de Deltawerken, was veertien
jaar (opening op 30 september 1965). De
sluisdeuren worden geopend of gesloten
om het waterpeil in de rivieren op goede
hoogte te houden en om het zoute water
geen kans te geven binnen te stromen. Dit
had in het voorjaar van 1995, met een
dreigende watersnood, tot gevolg dat er
zoveel mogelijk gesluisd werd naar de
Noordzee.
In de droge zomer van 1995 werd er wat
meer water toegelaten om de scheepvaart
zo lang mogelijk te garanderen.
Ook werd ons uitgelegd hoe de hydrauli
sche werking van de sluisdeuren via
diverse machinekamers tot stand komt.
In Hellevoetsluis gebruikten we de lunch
naar eigen verkiezing. Daarna in de bus,
met de plaatselijke gids, die vertelde over
Hellevoetsluis en omgeving.
Hellevoetsluis heeft een bijzondere
geschiedenis. Het was geen stad en geen
dorp, maar een fort; met een dok dat een
van de oudste van ons land was om oor
logsschepen te repareren. Er woonden
alleen marinemensen en de Admiraliteit op
de Maze was in Hellevoetsluis gevestigd.
Na een periode van terugval is het nu een
belangrijke plaats voor de omgeving, er is
een jachthaven, er zijn scholen en winkel
centra.
Na een rit door het duin- en recreatie
gebied van Rockanje en Oostvoorne, zo
aantrekkelijk nog en toch zo dicht bij het
industriegebied Europoort, gingen we rich
ting Brielle.
De Watergeuzen waren daar zo maar niet
binnen, onze bus ook niet! De smalle, lan
delijke weg en het smalle bruggetje kost
ten de chauffeur heel wat moeite om zon
der schade de bocht te nemen. Met assis
tentie van de tweede chauffeur lukte het
toch nog.
In Brielle was het even wachten op de
lokale gidsen, maar toen alles geregeld
was kregen we veel van de geschiedenis
van kerk en stad te horen en te zien.
De Sint Catharinakerk is een onvoltooide
kruisbasiliek, met ingebouwde toren en
laat-gotische stijlkenmerken. Over de
bouw is overigens niets bekend. Evert
Spoorwater, de Antwerpse bouwmeester,
zou in aanmerking kunnen komen. De kerk
is vrij sober. Een gebrandschilderd raam
ter herdenking van 1 april 1572 en een
raam met Willem van Oranje en Charlotte
de Bourbon, die in 1575 in deze kerk
trouwden, zijn nog te zien.
Tegenover de kerk staat het huis van de
martelaar Angelus Merula, die in 1557 als
ketter verbrand werd. Hij heeft dit huis als
weeshuis nagelaten aan de stad, maar
deze functie heeft het al lang niet meer.
Op het Asielplein staat nog een mooi
gebouw waar oude, gebrekkige zeelieden
een onderkomen hadden; thans zijn het
gewone huurwoningen op een aantrekke
lijke plaats.
De huidige gevel van het stadhuis werd in
1791 gebouwd door Johannes van Wes
tenhout, evenals het ertegenover gelegen
gebouw van de Koninklijke Marechaussee,
de voormalige hoofdwacht. In de gevel van
het stadhuis is het wapen van Brielle te
zien, met de wapenspreuk "Libertatis Pri-
mitiae" (eersteling der vrijheid).
Verder is er in Brielle nog een huis waar
van men beweert dat Maarten Harpertsz.
Tromp er gewoond heeft.
In de oude stadsgevangenis en de Waag