Wie doorloopt in de richting van het den
nenbos, merkt aanvankelijk niets van de
face-lift die gaande is. Eenmaal in het bos
aangeland, stuit de oplettende wandelaar
op de zogenaamde 'karmozijnbesvallei'.
Hier werd een jaar of vijf geleden een stuk
bos gekapt, op enkele fraaie dennen na.
Nadat de grond was gefreesd, werden tal
rijke eikjes geplant. De natuur speelt ech
ter ook mee. Honderden planten van kar
mozijnbes schoten op1 naast berk, vlier,
braam enzovoort. Een eindje verderop ligt
het 'circus', eens een ronde kavel met zee
dennen, die vele jaren geleden gerooid
zijn. Nu is het een eikenbosje met ver
spreid enige forse dennen, uit zaad opge
groeid. De kavel ernaast werd nog maar
enkele jaren geleden kaalgeslagen en bij
het 'circus' getrokken.
Al deze kleinschalige ingrepen hebben tot
doel het dennenbos gaandeweg om te vor
men tot een gemengd (loof)bos, waarin
evenwel plaats blijft voor dennen. Zo zien
we op diverse plaatsen vrijstaande bomen
en spontane opslag van naaldhout. De
gevarieerdheid van het terrein neemt daar
door toe.
Langs de binnenduinrand ontwikkelt zich
spontaan een natuurlijk loofbos met eiken,
berken, krentenbomen, lijsterbes alsmede
een enkele Amerikaanse eik en meelbes.
Ingrepen vinden hier niet plaats. De ver
wachting is dat de Amerikaanse vogelkers,
die alom tegenwoordig is, door de eiken
zal worden overgroeid.
Tussen het dennenbos en het bos in de
binnenduinrand ligt het min of meer open
duin. Het beleid is erop gericht dit zo te
laten. Grote grazers dienen daarvoor te
zorgen. Plaatselijk komen bijl en zaag
eraan te pas om de Amerikaanse vogel
kers in te dammen.
Op een enkele plaats, vooral in het weste
lijke gedeelte aan het eind van het in 1963
gegraven kanaal, is het gras gemaaid
waardoor een grote, open ruimte ontstond,
waaraan je wel even moet wennen. Ooste
lijk van de Oranjezonweg herstelde men
het Munnikendijkje, dat de slufter moest
indammen. Deze werd door een groot
schalige ingreep hersteld en het daarin
gelegen waterwinkanaal gedempt. Hier
moest zich een vochtige duinvallei ontwik
kelen met een rijke flora, maar tot op
heden wordt alleen elke zomer weer mas
sale sterfte onder padden en kikkervisjes
geconstateerd. Deze worden in het voor
jaar tot leven gewekt, maar zijn door uit
droging in de zomer ten dode opgeschre
ven. De beheerder volgt de ontwikkelingen
op de voet en zal zo mogelijk enkele nieu
we poelen laten graven als bescherm-
plaats voor deze dieren.
Al de genoemde ingrepen vormen een
onderdeel van de face-lift die Oranjezon
ondergaat. In hoeverre het zal lukken van
deze bejaarde schone weer een jeugdige,
bloeiende blom te krijgen, moet worden
afgewacht. Zal het jonge hart weer onstui
mig gaan kloppen? Ik heb zo m'n twijfels,
want de natuur gaat zijn eigen, ongekende
gang. De jaren van Jac. P. Thijsse zijn, of
men het betreurt of niet, definitief voorbij.
Desondanks blijft Oranjezon een bezoek
meer dan waard, al zullen velen zich erge
ren aan de grote hoeveelheid koeiepoep,
die er voor hun gevoel maar vreemd uit
ziet. Toch is juist deze mest 'natuurlijk'.
Komt het zien!
R. Struijk
1. Zie De Wete, 21e jrg. nr. 1 (januari 1992).