3 moesten zijn: een lage drempel om lid te worden en de bijeenkomsten te bezoeken; een vereniging waarbij de leden zich betrokken voelen, dus zo weinig mogelijk papieren leden; gewaakt moest worden voor een te historisch karakter. Geen stad se aangelegenheid, maar juist de dorpen moesten voor het voetlicht komen. Zo zochten we bestuursleden zoveel mogelijk verspreid over Walcheren. De oprichting De eerste vergadering van het oprichtings comité (het voorlopig bestuur) vond plaats boven restaurant De Huifkar in Middelburg. Daar werd een brief opgesteld om leden te werven en op te roepen voor de oprich tingsbijeenkomst op 13 mei 1971 in het Nederlands Koffiehuis aan de Markt. Al zo'n 35 kennissen en familieleden had den zich als lid aangemeld. Omdat Van Leeuwen een grote toeloop verwachtte, werd op het laatste moment zaal Wöhler aan de Lange Delft afge huurd. Een kleine vijftig mensen waren aanwezig. De wervende brief was omzichtig opge steld om geen gevestigde instellingen of genootschappen tegen ons in het harnas te jagen. Eilaas, het Rijksarchief was niet bij name genoemd en zonder hun steun was het twijfelachtig of de Kring wel levensvatbaar zou zijn, zo meenden zijzelf. Uit diplomatiek oogpunt ging de eerste excursie naar het Rijksarchief. Op 29 mei maakte ik de eerste ledenlijst: 84 leden. We waren tevreden. Het begin Vol ijver stortten we ons op de nieuwe ver eniging. Er was veel te doen. Het bestuur moest een 'gezicht' krijgen en, in elk geval naar buiten toe, een eenheid vormen. Dat kostte wel eens moeite met zo'n actieve maar eigenzinnige groep mensen. Er werd bijvoorbeeld uitvoerig gediscussieerd over de vraag of de vereniging zonodig moest optreden als actiegroep en hoe ver je daarin dan moest gaan. We leefden toen in de nadagen van de 'kritische jaren', met de industrialisatie van het Zuid-Sloe contra natuur. Het werk verdeelden we: Terwoert en Jilleba maakten de statuten en het huis houdelijk reglement en De Meij ontwierp het vignet (het huidige is daar een zwakke afspiegeling van; toen lag Walcheren nog in het water). Van Leeuwen zorgde voor de excursies, mevrouw Van Nieuwenhuy- zen deed naast het geldbeheer vooral het praktische werk bij excursies en het adres seren van De Wete en ik verzorgde De Wete en het (nieuwe-)ledenbestand, naast de gewone secretariaatsbezigheden. Daar voor moest ik een telefoon en een zwaar dere typemachine aanschaffen. Want tien bestuursleden informeren kostte tweemaal typewerk: telkens zes vellen met carbon papier ertussen, waarna ik de twee origi nelen kon weggooien omdat alle o's, O's, a's, e's en g's waren verdwenen. De Wete 'Zoek een originele naam voor ons mede delingenblad.' Ik dacht dat m'n vader deze hint gaf, maar dat weet ik niet meer zeker. De Wete was aardig als naam, maar het werkwoord doen hoorde daar naar onze mening onlosmakelijk aan verbonden te worden. Zo kwamen we uiteindelijk tot de lange naam: De Wete gedaan aan de leden van de Heemkundige Kring Walche ren. Met z'n drieën waren we het wel met elkaar eens, maar niet elk bestuurslid was

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1996 | | pagina 5