Vadertjes Ë.DEN MEESTEN E R S P QAM B E EFT MtN DEN STEN RAET j A* IZ94- j De gevelsteen (tekening C.G. van Aalst) jaren begonnen na 1866. Het aantal lid maten daalde onrustbarend. Er ontstonden financiële tekorten, er waren onderlinge meningsverschillen en de school moest gesloten worden. Toen ds. Mooy een beroep naar elders aannam, moest men al spoedig overgaan tot verkoop van de nu veel te grote kerk. Het leegstaande school gebouw werd dan nog een tijdlang voor kerkdiensten gebruikt. Evangelisten gingen er voor. Toen de laatste evangelist heenging, werd de 'Vereniging voor Binnen- en Buitenland- sche zending' (de officiële naam voor de Creaturenkerk) opgeheven. Het restant van de leden is teruggekeerd naar de Nederlandse Hervormde Kerk, de kerk die ze in 1855 zo vol verontwaardiging de rug toekeerden. C.G. van Aalst Bronnen: - Artikel van B.J. de Meij in de Provinciale Zeeuwse Courant, september 1955. - H.J. Schouten, 'Eene episode uit den strijd om het ambtsgewaad der predikanten', in: De Nieuwe Gids (maart 1914). 'Ie eit 'n 'alve mudde drukte en 'n vuufkop 'oogmoed, mè 'n lege tas. Dit werd gezegd van iemand die verwaand en trots was, maar niets te verteren had. De verwaandheid en trots worden in deze uitdrukking gemeten met een inhouds maat. Een 'alve mudde is een maat van een halve hectoliter. Een vuufkop kan vijf liter bevatten. Deze houten of ijzeren inhoudsmaten kon men onder andere op graanzolders in schuren vinden. Vroeger werden granen, peulvruchten, aardappelen en uien niet per gewicht maar per maat verkocht. Een tas is een bergplaats voor graanschoven, peulvruchten en hooi in de schuur. Wie dus een lege tas niets) had en hoog van de toren blies, kon beter zijn mond houden. 'Da's 'n vent die tegen de maete schopt.' Daar werd iemand mee bedoeld die het niet zo nauw nam. Zoals ik al zei, werd de opbrengst van het land verkocht per maat. Het afmeten moest zeer voorzichtig gebeuren. Bij het vullen van de maat met graan of peulvruchten mocht deze niet aangeraakt worden. Gebeurde dit wel, dan zakte de inhoud en moest er meer inge-

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1996 | | pagina 30