op Reinhoudts ombudsman/-vrouw. Al was het alleen maar ter afremming van het bestuurlijk-planologisch enthousiasme dat zelfs in staat is eeuwenoude cultuurgebie den te vernietigen om op die plaats zelfbe dachte onnatuurlijke 'natuurgebieden' te creëren (te Oostkapelle achter de wijk Halve Maan; een zelfde bouwwerk dat in geen enkel landschap past ligt even ten westen van Biggekerke). Hier lijken de woorden van de Antwerpse zanger Wan nes van de Velde op hun plaats: 'Laat ons gerust mee alle plannen D'r 'ei niemand oe wat gevraagd En loat de ménsen nog wat leven Ge hebt ze lang genoeg geplaogd!' Resteert nog de vraag onder welke vlag de nieuwe plattelandsgemeente zal gaan varen. Over de plaats van het nieuwe gemeentehuis zal ik het maar niet hebben (wat mij betreft komt er helemaal niet zo'n monster, want het zal wel weer een 'modern' foeilelijk representatief gebouw moeten worden). Ik ben een van die men sen die nog steeds niet begrepen hebben waarom de nieuwe gemeente niet gewoon 'Walcheren' kan heten. Of desnoods 'Land van Walcheren', ter onderscheiding van de steden. Het voormalige eiland van die naam is immers ontstaan vanuit de duin strook bij Domburg en Oostkappel, waar de oude nederzetting Walacra lag, een naam die later aan die duinstrook en het land erachter gegeven werd. Historisch gezien zou zo'n naamgeving dus wel te verantwoorden zijn. Ook uit het recentere verleden zijn argu menten te putten voor het toedelen van de naam 'Walcheren' aan het platteland ten westen van Middelburg. De weg die van Middelburg naar Grijpskerke loopt heet tra ditioneel de Walcherseweg, dus vanuit Middelburg gezien de weg naar of in Wal cheren. Dat veronderstelt dat Middelburg Walcheren beschouwde als een grootheid van een andere orde dan de stad zelf. Ook Arnemuidenaars spreken over 'Walcheren' als zij het over het platteland achter het Kanaal hebben. Zij rekenen zichzelf dus niet tot dat gebied, evenmin als de inwo ners van Nieuwland dat doen. Een bena ming als 'Land van Walcheren' is ook voor niet-Zeeuwen duidelijk te begrijpen. Zo wordt de nood van de herindeling mis schien nog een deugd: een van de oudste historische namen van Zeeland vastgelegd in de eigennaam van onze kleinste staat kundige bestuurlijke eenheid, de gemeen te. Wat we verliezen aan efficiëntie door de grotere afstand tot het gemeentehuis en de drang tot meer algemene regelstel ling, minder toegesneden op de specifieke situatie, zullen we pas weten wanneer die nieuwe gemeente een tijdlang heeft gefunctioneerd. Jan Zwemer

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1996 | | pagina 10