ook dat er nog een derde potvis zou zijn
aangespoeld. Dit bleek echter te enthou
siast en Van Deinse (de officiële walviscor
respondent van de NRC) ontkende het
bericht een dag later.
Bijna vijftien jaar eerder, op 5 december
1922, was op Walcheren een heel ander
soort walvis aangespoeld. De Middelburg-
sche Courant meldde in eerste instantie
dat 'op de bazaltglooiing nabij het fort Den
Haak (Vrouwenpolder) sedert eenige
dagen het aangespoelde lijk ligt van een
geweldige visch, volgens de menschen
een walvisch maar vermoedelijk een zgn.
potvisch'. Van Deinse kon daarentegen op
17 december vaststellen dat het hier om
een dwergvinvis ging van ongeveer 8
meter lang. En dat is - in tegenstelling tot
de potvis en de orka - een baardwalvis. In
het tijdschrift De Levende Natuur van 1
oktober 1923 deed hij opgewonden ver
slag van het feit dat het de eerste keer
was dat in Nederland een dergelijk dier
werd gevonden met de volledige baarden
oftewel baleinen nog intact. Helaas (voor
Van Deinse) waren beide series baleinen
reeds meegenomen door J. Jongepier, 'die
bij de molen woont'. Na een flinke fiets
tocht via onder andere Veere kwam Van
Deinse eindelijk bij de juiste molen (die
van Vrouwenpolder) aan. Hij zag daar de
baleinen al op het stoepje liggen en moest
vervolgens zijn vreugde bedwingen om de
prijs niet al te zeer op te drijven. De koop
werd gesloten voor 30 gulden en Van
Deinse vertrok dolgelukkig met zijn aan
winst naar Leiden.
Bij de (gewone) vinvis die in 1910 van
Burghsluis naar Veere werd gesleept1 is in
ieder geval geen sprake van baleinen. Van
Deinse heeft van dit dier het skelet onder
zocht, weliswaar niet ter plaatse maar in
het Zoölogisch Museum te Groningen.
Daar schijnt men het bekken van deze vin
vis te zijn kwijtgeraakt,
een hele teleurstelling
voor Van Deinse die
destijds onderzoek
deed naar bekkens
van walvisachtigen.
Hoe men botten van
die omvang (het dier
mat meer dan 20
meter en het bekken
moet dus een behoor
lijke omvang hebben
gehad) zomaar kwijt
kon raken, is mij ove
rigens een raadsel.
In het artikel van 11
mei 1910 uit de Mid-
delburgsche Courant
over dit dier is sprake van een vinvis van
22 meter lengte die 'acht jaar geleden' -
dus in 1902 - aan de Turfkaai in Middel
burg tentoongesteld zou zijn. Van Deinse