noemt dit dier echter nergens in zijn over
zichten van walvisstrandingen. Is er mis
schien een lezer van De Wete die hierover
opheldering kan verschaffen?
Over de vorige eeuwen zijn we nog veel
minder goed geïnformeerd. In de negen
tiende eeuw zouden volgens de mij beken
de overzichten helemaal geen grote wal-
visachtigen zijn aangespoeld bij of op de
kust van Walcheren. Weliswaar zwommen
enkele walvissen in 1866 en 1869 de mon
ding van de Westerschelde binnen, maar
zij lieten Walcheren links liggen en strand
den respectievelijk bij Terneuzen en Bors-
sele.
Op 4 december 1783 spoelde in Domburg
een orka aan. Een zeer bijzonder exem
plaar zelfs, want toen men het dier
opensneed, bleek het vrouwtje zwanger
van een bijna volgroeid jong. Het jonge
dier werd vervolgens opgezet en door
ondernemende lieden tegen betaling ver
toond. Op de Middelburgse kermis van
1784 kon je voor de prijs van 1 stuiver de
'wondervis' gaan bekijken. Van Deinse, die
de opgezette orka aan het begin van onze
eeuw in de collectie van het Zeeuwsch
Genootschap aantrof, vond dat het dier zo
slecht was opgezet, dat het resultaat meer
op een haai dan een walvis leek. Dat zal
het achttiende-eeuwse publiek waarschijn
lijk niet hebben gestoord.
Meer waardering had Van Deinse - terecht
- voor het schilderij dat van het moeder-
dier was vervaardigd en dat nog steeds in
het gemeentehuis van Domburg te zien is.
Hij liet er zelfs een kleinere kopie van ver
vaardigen voor de collectie in Leiden.
De oudst bekende Walcherse walvisstran
ding waarvan een afbeelding bestaat, is
een massastranding van potvissen op 2
juli 1577. Een hele kudde van deze groot
ste tandwalvissen moet toen de Schelde
opgezwommen zijn, want er zijn meldingen
van strandingen bij Saeftinge, Doel, Bieze-
linge en ook in Vlissingen, hoewel Van
Deinse over deze laatste zo zijn twijfels
had. De enige vermelding van een stran
ding bij Vlissingen is namelijk een prent
van de stranding bij Doel, waar in het
onderschrift de overige plaatsnamen wor
den genoemd.
Het blijft moeilijk juiste en betrouwbare
gegevens te krijgen over walvisstrandin
gen in het verleden. Afbeeldingen werden
zonder scrupules overgetekend en soort
namen schijnbaar naar believen door
elkaar gebruikt. Gelukkig is daar tegen
woordig wat meer duidelijkheid over. Hoe
wel... nog dit jaar werd op de radio mel
ding gemaakt van de stranding van een
potvis (tandwalvis) bij Petten, terwijl er in
werkelijkheid een dwergvinvis (baleinwal
vis) was aangespoeld. Ook bij de dwerg
vinvis die in 1994 op het strand van Valke-
nisse belandde, was er de eerste uren ver
warring over de juiste benaming. En de
butskop die op 25 juli 1990 de Sloehaven
binnenzwom (en deze gelukkig op eigen
kracht weer wist te verlaten), werd eerst
voor een griend aangezien. Een griend lijkt
inderdaad veel op een butskop, maar is
veel kleiner.
Helaas willen sommige media er nog
steeds niet aan dat hier en daar weieens
foutjes in de berichtgeving sluipen. Zo had
adjunct-directeur Mange van bergingsbe
drijf Van den Akker uit Vlissingen in augus
tus 1958 een discussie met de krant over
enkele onjuistheden in een bericht over
bergingswerkzaamheden. Hij besloot eens
te testen of de redactie echt alle berichten
natrekt die ze binnenkrijgt. En dus kwa
men de bergingsvaartuigen Ary en Jacomi-