van de Noordelijke IJszee tot aan de Fran
se kust. Het is goed mogelijk dat ze, los
geslagen van hun standplaats, in de net
ten van de vissers terechtkomen. Strand
vondsten zijn er echter zelden. Waar
schijnlijk komen de 'koeiestaerten' alleen
in het visserslatijn op de 'schuutjes' voor.
In het Veerse Meer sterven elk voorjaar
grote hoeveelheden kiezelwieren af. Deze
leven normaal gesproken op de bodem
van het Veerse Meer. Na het afstervings
proces komen deze microscopisch kleine
wieren massaal aan de oppervlakte drij-
Toógkrabbe
ven. Door de wind worden ze naar de kant
gedreven. Hier vormen zij een vieze drab
bige massa, door boswachter en Veere-
naar Piet de Keuning 'flap' genoemd. We
hoeven ons hier overigens geen zorgen
over vervuiling of iets dergelijks te maken,
want het afstervingsproces is een natuur
lijk proces, behorend bij de kringloop van
de natuur.
Het 'weerboompje' (Sertularia cupressina)
of zeecypres is een organisme van een
geheel andere orde, namelijk van de polie
pen. In tegenstelling tot wat de naam zou
doen vermoeden is het geen plantje maar
een dierlijk organisme, zandkleurig en
enkele millimeters groot. Met een groot
aantal zijn zij zodanig gerangschikt dat ze
de vorm hebben van een miniatuur-cypres.
De wetenschappelijke naam is hier ook
naar te herleiden.
In vroeger tijden werd het wel gebruikt als
een goedkope barometer. De werking is
als volgt: een kolonie van deze poliepen
werd in een met zeewater gevuld jampotje
gestopt; indien er luchtbelletjes aan de
kolonie verschenen, was dit een teken dat
er een weersverandering op komst was.
Voorspellingen op de lange termijn waren
met deze methode niet mogelijk.
De Babylonische spraakverwarring tussen
Hollanders en Zeeuwen aangaande de
lamsoren mag bekend zijn. Maar dat zee
asters of zulten (Aster tripolium) ook wel
'blaeren' worden genoemd, hoor je zelden
of nooit.
Een begrip in het Zeeuwse is 'kreukels
mee krentebrööd', een traditioneel gerecht
dat vooral met Pasen wordt gegeten.
'Kreukels' zoeken op de 'bèrm' (dijkglooi-
ing) is bij een aantal Zeeuwen dan ook
een geliefde bezigheid. Tussen de gewone
alikruiken (Littorina littorea) komen soms
ook 'tuitige kreukels' voor. Deze slakken
zijn wat groter en steviger en van een
geheel andere familie, namelijk die van de
purperslak (Nucella lapillus). Evenals de
'kreukels' zitten de 'tuitige kreukels' ook
tussen de stenen in de hoogwater vloed
lijn.
Op strekdammen en paalhoofden zijn in
Zeeland biotopen ontstaan die van nature
voorkomen op de rotskusten van onder
andere Frankrijk en Engeland. Ook diverse