3 schoot ligt. Het zijn soms heel zware bevallingen, en dat vier keer per jaar. Als redactie ben je altijd weer heel blij als het werk achter de rug is. Maar je weet dat enkele weken later de voorbereidingen voor het volgende nummer al weer begin nen. Ik ben altijd erg benieuwd geweest naar de geesteskinderen van onze lezers. Want het is wel zo dat het overgrote deel van de kopij uit de schoot van onze lezers kring voortkomt. Heemkinderen zijn een vruchtbaar volk. Soms is de portefeuille zo goed gevuld dat het zorgen baart. Waar komt dat nog voor? Scribenten teleurstel len is niet leuk. Iemand die met veel ple zier aan een verhaal heeft gewerkt en daar ook heel wat tijd insteekt, wil dat graag zo snel mogelijk in De Wete geplaatst zien. Soms sturen erg produktieve leden zelfs twee verhalen tegelijk in. Voor een redac tie ideaal, maar je moet dan wel keuzes maken. Bij het samenstellen van een Wete zoek je naar een zekere eenheid in de artikelen die je wilt plaatsen, maar je zoekt ook voor elck wat wils. Daarom komt niet elk ver haal direct voor plaatsing in aanmerking. Gelukkig heb ik altijd ervaren dat dat wei nig problemen oplevert. Veel moeilijker is het beoordelen van het ingezondene. leder heeft zijn eigen schrijfstijl. De een heeft nu eenmaal een vlottere pen dan de ander. Bovendien heeft ieder zijn eigen achter grond en opleiding. Als redactie hebben we daar bij de beoordeling van de artike len altijd rekening mee gehouden, leder moet de mogelijkheid hebben om zijn ver haal te doen. Het niet plaatsen van een verhaal doet zeer, zowel bij de inzender als bij de redactie. Het zijn juist die verha len waar het meest over gesproken wordt op de redactievergaderingen. Je moet oppassen dat je met het badwater het kind niet weggooit. Gelukkig komt het maar weinig voor, maar het blijft je wel bij. Soms kom ik in Middelburg iemand tegen van wie ooit een verhaal niet is geplaatst en dan krijg ik toch weer een vervelend ge voel. Je bent niet schuldig, je neemt samen zo'n beslissing. Maar het blijft vervelend. Bij het samenstellen van een Wete zijn we natuurlijk altijd gebonden geweest aan het formaat. De ene keer een uitgave van zes tien bladzijden en de volgende keer een van zesendertig is ongewenst. We hebben altijd gezocht naar een gezond, mooi kind met een gemiddeld gewicht. Maar wat is gezond? Er mankeert altijd wel wat aan. Typografisch en fototechnisch blijft er altijd wat op aan te merken. Ook kun je het nooit iedereen naar de zin maken. Elk lid van onze Kring heeft zijn eigen hobby's en interesses, ook op heemkundig gebied. Het is dan ook vanzelfsprekend dat over ieder artikel anders geoordeeld zal wor den. Soms hoor je van iemand dat een bepaald verhaal wel weggelaten had kun nen worden, terwijl een ander dat verhaal nou juist de topper van die Wete vond. In de redactie heb ik datzelfde ook wel erva ren. Ook daar heeft ieder zijn eigen belangstelling en een artikel wordt deels daarop beoordeeld. Toch heb ik nooit gemerkt dat bij de eind beoordeling dat gegeven een rol speelde. Het is juist zo fijn geweest dat ieder redac tielid vanuit eigen beleving zijn oordeel over de kopij heeft gegeven. Op dat punt is er in de loop van de jaren heel wat veranderd. Mijn eerste redactie periode is geweest in de jaren dat het dagelijks bestuur tevens de redactie vorm de. De kopij kwam bij mij als secretaris binnen, maar ook bij mijn rechter- en lin-

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1996 | | pagina 5