kerhand Cor van Nieuwenhuyzen. We hiel
den een zeer intensief mondeling en tele
fonisch contact. We wisselden de stukken
aan elkaar uit en ook oud-voorzitter Sjouk
Joustra mocht over alles z'n oordeel geven.
We gebruikten de originele stukken en
voorzagen die van kanttekeningen en
commentaar. Bij Cor, die geen vervoer
had, hielden we onze redactievergaderin
gen. Een redactiereglement bestond nog
niet en Cor veranderde naar hartelust. Ze
had een taalgevoel en een taalkennis, ook
op dialectgebied, zoals je die maar zelden
tegenkomt. Ze was erg humoristisch en ze
had een schitterend woordgebruik. Redac
tievergaderingen bij haar waren een feest.
Samen brachten we elk kwartaal hoofd,
romp en ledematen naar de kraamkliniek
in Heinkenszand, waar dan een gezond
kind gebaard werd. Voor ons was het
onbegrijpelijk dat Driedijk wijs kon worden
uit al die verschillende handschriften en de
daarbij geplaatste aantekeningen. Geluk
kig was er de telefoon.
Van een kraamkliniek kon je daar ook nau
welijks spreken, want de bakermat van De
Wete was in die tijd nog de garage achter
het huis van de drukker. In de huiskamer
werd alles besproken en uitgelegd en na
een paar weken ontving elk lid weer een
nieuwe Wete.
Wat is er sindsdien veel veranderd. Met de
komst van Peter Sijnke in het bestuur kre
gen we de mogelijkheid om de redactie
vergaderingen in het Middelburgse Archief
te houden. Er kwam een officiële redactie
en er kwamen regels. Het ledental groei
de. Er kwam meer kennis in huis en de
drukker werd steeds professioneler. Ons
Wete-kind profiteerde daar natuurlijk ook
van. Het kopijaanbod werd groter en de
mogelijkheden om wat aan het uiterlijk te
doen, werden steeds uitgebreider. Wie in
het bezit is van alle jaargangen, kan dat
duidelijk constateren. Kleur- en formaatwij
zigingen hebben heel wat discussies opge
leverd. Vooral de op elke jaarvergadering
weerkerende opmerkingen over het niet
voldoen aan de zogenaamde standaard-
maten, een verschil van luttele millimeters,
vond ik storend. Gelukkig hadden ook de
aanwezigen moeite met zulke discussies.
Hoe plezierig het werk aan zo'n blad ook
is, ergernisjes zullen er altijd wel blijven.
De laatste periode dat ik aan De Wete heb
meegewerkt, verschilde duidelijk van de
voorgaande. Een behoorlijk uitgebreide
redactiecommissie waarin heel specifieke
kennis aanwezig is. Artikelen worden
gekopieerd en tijdig ter beoordeling aan de
redactieleden toegezonden. Vergaderingen
volgens een agenda met daarop onder
andere de te publiceren artikelen. Gewoon
professioneler en toch... wat werd er vaak
van afgeweken. Onder de koffie kwamen
onze eigen verhalen en die stonden niet
op de agenda.
Bijna veertien jaar heb ik met plezier mee
gewerkt en nu vond ik het welletjes. Waar
om? Mijn vader heette Johannes Pieter,
mijn zoon heet ook zo en mijn kleinzoon
ook. Wat geniet ik van dat ventje. Uiterlijk
hebben die drie wel wat van elkaar weg,
maar ik vind het kleine ventje het mooist.
De Wete is er al vijfentwintig jaar en heeft
nog altijd dezelfde naam. Uiterlijk is ook
hier wel wat veranderd en ik vind ook hier
de jongste het mooist. Daar wil ik van
genieten en ik hoop dat ik nog lang kan
juichen als die twee jongste kinderen bij
ons binnenkomen.
Jan Louwerse