stonden, was het aantal vrijwilligers op de
vingers van twee handen te tellen. Dat
was niet zo verwonderlijk, want hoewel het
werkhuis voor die tijd een mooie instelling
was, werd het door velen gezien als een
strafkolonie waar mensen gedwongen te
werk werden gesteld.
De eerste gedetineerde die het Werkhuis
binnengebracht werd, was Adriaan de
Leeuw, een 57 jaar oude timmerman uit
Goes. Nummer twee kwam op 2 oktober
binnen: Willem Barendse, wever van
beroep, afkomstig uit Vlissingen, Een dag
later kwamen er zes tegelijk en op 4 okto
ber kwam er een hele invasie van wel
tachtig bedelaars uit Schoondijke, IJzendij-
ke, Oostburg, Groede en andere plaatsen
in West-Zeeuwsch-Vlaanderen. Nadien
ging het in een rustig tempo van één a
twee personen per dag. Na twee weken
werd de honderdste gedetineerde al inge
schreven. Na een maand waren dat er
125, na twee maanden ongeveer 150. De
stroom armoedzaaiers bleef maar groeien.
Een half jaar na de opening telde de
bevolking al 269 personen, waaronder 91
kinderen onder de 15 jaar. In totaal zijn er
in de periode tot en met juni 1826 567 per
sonen opgenomen.
Het zal een gevarieerd en bont gezelschap
geweest zijn dat via de Middelburgse of
Zanddijkse poort Veere binnengebracht
werd. Zij zullen er meestal armoedig uitge
zien hebben in hun oude en versleten
plunje en met hun oude en kapotte schoei
sel of klompen. Het waren bedelaars,
zwervers, vagebonden, voormalige gevan
genen, alleenstaanden, daklozen, eenou
dergezinnen, complete gezinnen, jongeren
en ouderen - van zuigeling tot grijsaard -
en veel kinderen, waaronder ook enkele
weeskinderen. Ook lichamelijk en geeste
t
i
De Grote Kerk te Veere, verbouwd tot militair
hospitaal met vier verdiepingen, 23 oktober
1813 (Zeeuws Documentatiecentrum)
lijk gehandicapten: personen met één arm
of been, of met een bult of andere misvor
mingen, doven, blinden, of met 'een quaad
hoofd grenzende aan zinneloosheid.' Ook
veel ongehuwde moeders en prostituees
met kinderen.
Enkele personen kan ik slechts bij name
noemen:
- Pieter Adams, 46 jaar oud en geboortig
van Middelburg. Hij was op bevel van de
Officier van Justitie te Zierikzee naar het
Werkhuis overgebracht, omdat hij 24 jaar
zonder vaste woon- of verblijfplaats had
rondgezworven over het eiland Schouwen.
Als onderstandsdomicilie - de gemeente
die aansprakelijk was voor de verzorgings-
kosten - werd Middelburg aangewezen,
omdat dat zijn geboorteplaats was.
- Willem Smit, 35 jaar oud, mandenmaker
van beroep, 'die sinds zijn tiende jaar in de
Zuidelijke Provinciën en nu laatslijk in het
land van Cadzand, IJzendijke, Biervliet,
Hoofdplaat en Schoondijke rondgezworven
had.'