een stenen weg gesproken tussen Veere en Zanddijk. Op het eind van de zestiende eeuw sprak men over een 'straetwech' tus sen Middelburg en Veere. In 1649 veran derde de Noordweg van een kleiweg in een keiweg. De bestrating liep vanaf Mid delburg tot de grens tussen Brigdamme en Sint Laurens. Later werd door toedoen van Johan de Knuyt (1587-1654) de weg bestraat tot aan de poort van zijn buiten plaats 't Huis Om te Serooskerke. In 1665 werd weer een klein deel van de Noord- weg bestraat. Nu was het Johan Steen gracht die hier opdracht voor gaf. De weg werd, vanaf 't Huis Om tot aan de oprijlaan van zijn buitenplaats Zoetendale, die uit kwam op 't Westende te Serooskerke, bestraat. De weg van Oostkapelle naar Domburg was pas in 1838 aan de beurt. De weg van Biggekerke naar Koudekerke in 1859. Vanaf die tijd werden er steeds meer wegen omgetoverd tot 'kunstwegen', zoals men dat toen noemde. Het bestraten was een kostbare zaak, daarom werd ook wel een minder dure oplossing toegepast. Zo werden van klei wegen (in het dialect 'n aerdenwegt genoemd) zandwegen gemaakt. In 1693 verleenden de Staten van Zeeland toe stemming om de kleiweg van Serooskerke via Oostkapeile naar Domburg te 'bezan- den'. Hetzelfde gold in 1768 voor de weg van Oostkapelle over Aagtekerke naar Westkapelle. En voor de weg van Grijps- kerke naar Oostkapelle. 'Begrinten' kwam ook voor. In 1863 besloot de gemeente raad van Aagtekerke de Kloosterweg van een grindlaag te voorzien. Ook de weg van Serooskerke via Gapinge naar Veere was tot 1917 een grindweg. Een andere mogelijkheid die werd toege past, was verharden met schelpen. De weg tussen Westkapelle en Domburg was een schelpweg. Het 'bezanden', 'begrinten' en het verhar den met schelpen was natuurlijk minder duurzaam dan een straatweg. Ik denk dat met recht gezegd kan worden dat de Walcherse wegen door de eeuwen heen niet zo best waren. Voor mensen die 'zö slecht as de wegt' waren, geldt onge twijfeld hetzelfde. 'De reize gaet zö vluggeas meet d'n schuteboer' Dit werd spottend gezegd als de reis heel traag verliep. Uit de tekst over de slechte wegen vroeger komt het vervoer in de win- Een prentbriefkaart uit 1914 van de molen in Aagtekerke. Deze stond aan de Aagtekerkse sprink, die tot in het dorp liep waar het 'schuit- vlot' lag (collectie F. van den Driest)

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1997 | | pagina 31