Veere gevoegd worden en hier was van Vrouwenpolders kant bezien, veel, zo niet alles voor te zeggen. Voor deze billijke argumenten, een veel te lange afstand van Domburg naar Vrouwenpolder en ook een totaal andere geestesgesteldheid, konden wij begrip opbrengen. Daarbij kwam nog dat in vroeger tijd de burgemeester van Veere tevens burgemeester van Vrouwen polder was, zulks is tenminste eens gebeurd. Voorts vond ik het ook een argu ment dat onze gemeentearts tevens arts te Vrouwenpolder was en dat om op medisch gebied te blijven, het plaatselijke Groene Kruis tevens ook het Groene Kruis te Gapinge was. Gapinge dat onder de gemeente Vrouwenpolder ressorteerde. Ten slotte was op financieel gebied de Boerenleenbank te Veere tevens die te Gapinge, een soort fusie dus. Gemeen schappelijke belangen over en weer dus genoeg met Vrouwenpolder, en na eerst met de beide wethouders dit probleem te hebben aangesneden kon ik aan mijn col lega uit Vrouwenpolder dus met een gerust geweten zeggen dat wij wat ons betreft de voorkeur blijven geven aan een zelfstandig Veere met grenscorrecties in de richting Vrouwenpolder, maar dat, nu de kaarten anders liggen, wij geen bezwaar hebben tegen een samengaan met Vrouwenpolder in groter verband gezien. Ik weet nog heel goed dat ik van tevoren een onderhoud heb gehad met Commissaris De Casem- broot, die goed begreep dat ik hiermede in mijn maag zat. Tot ik mij iets bedacht: "Regeren is vooruitzien," zeide ik tegen hem, en wij leven in een stroomversnel ling, binnen afzienbare tijd komt alles mis schien opnieuw op de helling en dan zou den ze wel eens kunnen zeggen dat Veere zijn kans voorbij heeft laten gaan en te klein is gebleven voor de tegenwoordige normen en dan nu maar bij Middelburg gevoegd moet worden.' Tot slot nog dit: zonder overleg is destijds ook de gemeente Serooskerke bij Veere gevoegd en het college van Burgemeester en Wethouders heeft dit in de krant (PZC van 30 augustus 1963) moeten lezen. De terugkeer van Schoneveld Mevrouw M.S. van Westen-Crucq uit Mid delburg herinnerde zich bij het lezen van het artikel over de terugkeer van het voor malige eiland Schoneveld (De Wete, okto ber 1996) dat haar overleden echtgenoot in 1962 een kleine studie over dit onder werp heeft gemaakt. Haar man was erg geïnteresseerd in dit onderwerp. Het huis waar mevrouw Van Westen en haar man indertijd hebben gewoond, was gelegen onderaan de duinen in Biggekerke en heette 'Schooneveld'. Als zij met laag water ter hoogte van hun huis over het strand liepen, konden ze de zandbank zien liggen. Haar man zei dan: 'In de geschie denisboeken staat: De Ruyter verloor de slag bij Schooneveld.' In de aantekeningen die haar man over Schooneveld (met twee o's) heeft verza meld, vond mevrouw Van Westen twee opmerkingen, die zij ter aanvulling van het artikel van Robbert Jan Swiers aan de lezers wil doorgeven. De eerste aanteke ning is uit de Walcherse Arkadia (eerste deel) van Mattheus Gargon uit 1715: 'Schoone of Schorre Velde, van ouds tegen de Noordzee met duinen bezet en met stad en kasteel en kerk en lusthoven vercierd, maar nu ver in zee verdronken en dikwijls de verzamelplaats van onze oorlogsvloten' (p. 163). Met een verwijzing

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1997 | | pagina 37