tiecentrum gevestigd in de Zeeuwse Biblio theek, een lezing over Zeeuwse boekban den. Het was maar een kleine club die deze boeiende lezing bijwoonde. De niet- aanwezigen hebben veel gemist. Daarom dit uitgebreide verslag. De kluis van de Zeeuwse Bibliotheek bevat ongeveer tienduizend boeken of banden, boeken gedrukt vóór 1801 en jon gere boeken die óf erg zeldzaam zijn óf op bijzondere wijze zijn ingebonden. Hoewel de Zeeuwse Bibliotheek nog jong is, ligt de oorsprong van de collectie via de bibliotheek van de Middelburgse dominee Faukelius, het Zeeuwsch Genootschap en de Provinciale Bibliotheek, reeds in het vierde kwart van de zestiende eeuw. De grootste ramp voor de collectie is de brand van 17 mei 1940 geweest. Vele boeken gingen verloren en het voortbestaan van de collectie heeft aan een zijden draadje gehangen. Gelukkig werd er door de toenmalige Pro vinciale Bibliotheek geld en energie gesto ken in het herstel, al zijn de resultaten van de herstelpogingen helaas erg ongelukkig geweest. Het boek, zoals wij dat kennen, is bij de Romeinen ontstaan. Boeken lagen toen en werden met de rug naar de muur gekeerd om ze tegen vocht te beschermen. Sloten voorkwamen dat boeken gingen open staan en het beslag diende om 'doorlig gen' te voorkomen. Pas later zette men boeken staande neer. We kunnen ons nauwelijks meer voorstel len dat boeken vroeger in bijeengebonden katernen verkocht werden, waarna de eigenaar naar een binder ging om het boek naar eigen smaak te laten inbinden. Het kon dus voorkomen dat van een boek- oplage geen twee exemplaren in dezelfde band staken. Vaak waren vooral de ruggen zeer fraai om de welstand en de status van de eigenaar te benadrukken. Voor het binden werden behalve leer (var kensleer, kalfsleer, marokijn [geitenleer]) ook edelmetalen, stof en papier gebruikt. Papier was goedkoper, maar er was bij voorbeeld ook zeer duur papier op de markt, het brokaatpapier waarin metalen verwerkt waren. Wanneer we over Zeeuwse boekbanden spreken, dan hebben we het vooral over Middelburgse banden. Na Den Haag en Amsterdam was Middelburg toonaange vend en alle boekbinderijen waren dan ook, behoudens enkele in Vlissingen, in Middelburg gevestigd. Boekbanden werden zelden of nooit gesig neerd; de boekbinder was een ambachts man, geen kunstenaar. Hij beschikte over een beperkt aantal met de hand gemaakte stempels en door vergelijking kan men nagaan welke banden aan welke binderij moeten worden toegeschreven. Op basis van uiterlijke kenmerken worden elf groe pen Zeeuwse boekbanden onderscheiden. Twee binders die hun werk wel signeerden waren Jan Dane en de Zweed Suenonius Mandelgreen. Om het stoffig worden te voorkomen wer den boeken op de snede verguld, maar ook vaak zeer fraai gedecoreerd, waar schijnlijk door gespecialiseerde schilders. Zeeuwse boekbanden zijn dikwijls herken baar aan een lichte rode koolkleur op de snede. Een speciale categorie banden zijn de prijsboeken, aanvankelijk bestemd voor de beste leerlingen van de Latijnse scholen, later ook door andere vormen van onder wijs uitgereikt. Een prijsband is te herken nen aan de opdracht voorin, al is die er

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1997 | | pagina 42