den, 'Ge kunt in Newington, dat ligt in Rochester op de weg van Dover naar Lon den, de bewijzen vinden dat ik daar kandi daat was. Laat een vriend van ds. Delo maar hierheen komen.' De toon van zijn brief was nederig, deemoedig en vroom: '...willende gaarne als predikant in Middel burg in ere hersteld worden...' Maar de bevindingen van de vriend van Delo ontna men hem alle verdere kansen. In Newing ton had Worsley inderdaad wel gepreekt, maar zonder daartoe bevoegd te zijn geweest. Als naar zijn papieren werd gevraagd, had hij steeds een ontwijkend antwoord klaar. Bleef men aandringen, dan maakte hij zich uit de voeten. In Newington had hij een jaar lang weten te rekken, maar toen de bisschop op kerkvisitatie kwam, verdween Worsley zonder terug te keren. De scribae (secretarissen) van de Classis Walcheren, ds. Adr. 's Gravensande en ds. Aug. van der Sloot, leidden het verdere onderzoek. Het Collegium Qualificatum (leden van de kerkeraad en de Magistraat) oordeelde op grond van het pré-advies dat Worsley een eerloze bedrieger was. Zijn bescheiden waren vals, zijn woorden bedrog. Zijn beroeping werd ingetrokken. De examens en de toelating werden ongeldig verklaard. Zijn handtekening onder de kerkregels (law order) werd geschrapt en zijn naam werd uit het regis ter van predikanten van de Engelse Kerk verwijderd. Op 25 oktober 1760 werd in de middag- dienst het vonnis voorgelezen door rev. James Yair van Veere. Het werd ook aan Worsley toegezonden. Zijn antwoord was niet mis. Hij maakte de voormalige gelief de broeders uit voor laaghartige huiche laars, waarvan hij, de hemel zij dank, nu was verlost. Slechts voor de oude Van der Wind en zijn vriend Delo had hij enkele vriendelijke woorden over. Diaken S.M. van der Heijden Sinclair heeft alle bescheiden over deze kwestie verza meld. Ze zijn achterin het notulenboek van de kerkeraad van de Engelse gemeente te Middelburg opgeborgen. Op 21 september 1760 is rev. Van der Wind overleden, ruim 80 jaar oud. Twaalf kerkeraadsleden hebben hem naar de Nieuwe Kerk gedragen. Rev. Yair herdacht hem in een rouwdienst met de woorden van Job 5 vers 26: thou shalt come to thy grave in full age...' C.G. van Aalst Bron: - Gemeentearchief Middelburg. Archief Engel se Gemeente, inv. nr. 3, actaboek kerkeraad.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1997 | | pagina 8