de oude wagen van de plaats Kamerik
over te nemen. Deze nieuwe motorbrand
spuit werd op de ambachtsschool in Mid
delburg nagezien en opgeknapt en na op
de Houtkade in Middelburg beproefd te
zijn, werd ze op 27 mei 1937 overgebracht
naar Veere. De spuit had twee plaatsen
voor het aanbrengen van zuigslangen en
twee voor slangen die weer konden wor
den onderverdeeld. Ze bood plaats aan
acht personen. In augustus 1937 was de
vaste kern gevormd. Tot commandant
werd benoemd de heer E. Ekker, als
onder-commandant mr. F.L.S.F. baron van
Tuyll van Serooskerken en als eerste en
tweede brandmeester respectievelijk de
heren P. de Voogd en S. Kodde. De com
mandant van de Middelburgse brandweer,
de heer H. Bierman, ging de ploeg op
gezette tijden zowel theoretisch als prak
tisch onderrichten.
Helaas bleek de spuit niet te bevallen,
want op dinsdag 19 september 1939 lever
de het Rijk aan de gemeente een nieuwe
brandspuit met een capaciteit van 1.000
liter water per minuut, die bij een opvoer-
hoogte van ruim viereneenhalve meter,
dus bij laag water in de haven, nog 900
liter per minuut kon geven. Het was een
draag- en verrijdbare spuit. Veere bezat
toen naast deze spuit nog de oude spuit
uit 1936, de handspuit en de elektrische
spuiten van het Vliegkamp.
Het stadhuis is in de nacht van maandag 3
januari op dinsdag 4 januari 1938 voor een
ramp bespaard gebleven. Een visser die
rond 3 uur 's morgens langs de Markt ging,
ontdekte brand op de eerste verdieping.
Hij sloeg onmiddellijk alarm en door tijdig
optreden kon de brand met een brandblus-
apparaat worden gedoofd. In de gemeen
teraadsvergadering van 12 maart 1938
werd besloten de melder van deze brand
een premie van vijftig gulden uit te betalen,
terwijl hij van de verzekering ook nog eens
eenzelfde bedrag uitgekeerd kreeg.
Na de Tweede Wereldoorlog heeft de oude
brandweerauto met losse brandspuit nog
tot ongeveer 1957 dienst gedaan. Toen
werd deze vervangen door een omge
bouwde Chrevolet-dump van het Engelse
leger, die op zijn beurt pas rond 1970 ver
vangen werd door een nieuwe brandweer
auto met ingebouwde brandspuit.
Een grote vooruitgang voor de brandweer
was ook dat ze rond 1960 een nieuwe,
aan moderne eisen ingerichte brandweer
kazerne kreeg. Omdat op deze kazerne
een sirene was aangebracht, hoefde men
vanaf die tijd niet meer gebruik te maken
van de luidklok van het stadhuis om aan te
geven dat er brand was.
Een moeilijke klus kreeg de brandweer,
toen op zondagmiddag 30 augustus 1970
een tweemotorig vliegtuigje op de Haring
vreter was neergestort en men tussen de
brokstukken moest zoeken naar de slacht
offers. Van de tien inzittenden vonden er
drie de dood en werden vijf mensen
gewond. Met jachten en speedboten wer
den de slachtoffers in Veere aan wal
gebracht.
In de nacht van maandag 30 mei 1977
ontstond er brand op de bovenverdieping
van het huis op de Markt nummer 4 van
melkhandel Den Dikken. Zowel de brand
weerkorpsen van Veere, Serooskerke als
van Middelburg hebben de brand bestre
den.
Tot slot woedde er in de nacht van zondag
op maandag 9 november 1987 een grote
brand in het huis 'De gulden garnaele' op
de Markt naast het stadhuis. Hierbij is de
bewoonster, de bekende schrijfster Wil