van zijn belangrijkste bronnen was de Mid- delburgsche Courant. Vanaf het eerste nummer van 3 mei 1758 heeft hij jaargan gen aaneen de advertenties nageplozen over bewoners van Dam 36. De heer Meertens heeft ook een studie gemaakt van de geschiedenis van de stad om de geschiedenis van zijn woning beter Het Gouden Cruys, Dam Zuidzijde, derde huis van rechts (Rijksarchief in Zeeland, KZGW, Zelandia Illustrata, prentbriefkaarten) te kunnen plaatsen. Na de omwalling van ca. 1266 werd de Arne afgedamd, de Dam wordt het eerst vermeld in 1301. Een belangrijke gebeurtenis vond plaats in 1509. Er werd besloten een derde schut tersgilde op te richten, dat der Colveniers (later Kloveniers) ofte wel de Schutters van de Edele Busse. Zij kregen hun Hof toegewezen aan de zuidzijde van de Dam. De heer Meertens is tot de conclusie geko men dat het huis rond 1548 is gebouwd. Hij baseert dit onder andere op de combi natie van balken, sleutelstukken en kraag stenen. De gebrandschilderde ramen dra gen respectievelijk de jaartallen 1549 en 1553. Hoe het Hof er heeft uitgezien, toonde een dia met een kaart van De Bast uit 1594, met een duidelijk zichtbaar torentje dat als kruithuis dienst heeft gedaan. Enkele dia's van de voorgevel werden ver toond: een renaissancegevel, met de wijzi gingen in de afgelopen eeuwen aange bracht. Op de gevel bevindt zich een hard steen, voorstellende een roos en ook een zandstenen gevelsteen met als voorstel ling twee gekruiste 'bussen' (geweren), herinneringen aan de schutterij. In 1611 werd door het Schuttersgilde een nieuw gebouw, nu nog bekend als de Klo veniersdoelen, in gebruik genomen. Het oude Hofgebouw werd verkocht aan ene Van Hasselaar en een gedeelte van het erf in 1642 aan het Kuipersgilde. Sinds 1988 is de heer Meertens eigenaar van het pand. Het voordak en de achter gevels zijn door de vorige eigenaar geres taureerd. In 1988 en 1991 heeft het pand wederom de nodige restauraties onder gaan. Vermeldenswaard is het door de eigenaar zelf in 1994 gemaakte bovenlicht. Interessant was ook de informatie over bewoners, die de heer Meertens heeft kunnen traceren.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1997 | | pagina 38