Zagen
met windkracht
Twee houtzaagmolens bij Vlissingen
tal vragen overtreffen, dan is ongetwijfeld
nader onderzoek nodig. Bijvoorbeeld naar
de verhouding tussen de leden-Zeeuwen
en de leden-niet-Zeeuwen. Zo constateer
de Thissen voor Schouwen-Duiveland dat
een hoog percentage leden van 'Stad en
Lande' in het ene dorp veroorzaakt werd
door veel autochtonen, hetgeen hij opvat
als een teken van dorpsbinding, terwijl in
het andere dorp juist veel allochtonen lid
waren, in zijn visie een uiting van lokaal
bewustzijn. Het eerste zou mogelijk op
Walcheren het hoge percentage leden in
dorpen als Biggekerke, Zoutelande en Rit-
them kunnen verklaren, het tweede dat in
plaatsen als Veere (met inbegrip van
Zanddijk) en Domburg.
Het laatste woord hierover is stellig nog
niet gezegd, maar niettemin kunnen de uit
komsten het toekomstige bestuursbeleid
van pas komen.
Aad de Klerk
Geraadpleegde bronnen:
- F. Thissen, De dorpen van Schouwen-Duive
land. Voetspoor van een veranderende samenle
ving, in: Kroniek van het land van de zeemeer
min (Schouwen-Duiveland), jrg. 14 (1989), pp.
111-130.
- Provincie Zeeland, Directie RMW, afdeling
RO, 'Aantal inwoners per kern (incl. omlig
gend gebied)' 4 september 1996.
Even buiten Vlissingen lag voorheen het
gehucht Oud-Vlissingen. In de zeventiende
en achttiende eeuw bestond dit behalve uit
wat arbeidershuisjes, uit een aantal kwe
kerijen en speelhofjes van stedelingen.
Verder was er enige bedrijvigheid in de
vorm van een zoutkeet en één, later twee
houtzaagmolens. Deze stonden aan de
zeedijk, die daarom ook wel Molendijk
genoemd werd. Het paalhoofd bij Oud-
Vlissingen heette volgens de kaart van
Hattinga uit 1750 het Zaagmolenshoofd.
Van een van de molens is in 1783 een
fraaie gekleurde tekening gemaakt door de
tekenaar Jan Arends (1738-1805). Deze
tekening is aanwezig in het gemeente
archief in Vlissingen. Hierop is het Molen
water te zien, aan de linkerzijde afgesloten
door de wallen van de stad. Aan de over
zijde van het water ligt de zeedijk, en
rechts staat de zaagmolen met zijn bijge
bouwen.
Zoektochten naar gedrukte informatie over
deze en de andere molen, in boeken of
artikelen, zijn op niets uitgelopen. Om toch
de nieuwsgierigheid te kunnen bevredigen,
was het noodzakelijk zelf het archief in te
duiken. Dat onderzoekje heeft enige gege
vens opgeleverd, die voldoende interes
sant zijn om hier te presenteren1.