De zaagmolen die het dichtst bij de stad
stond, en die we op de tekening van
Arends zien, is volgens overlevering
gebouwd in 1663. Volgens een andere
bron was een zekere Josias Pieter de Bont
de eerste eigenaar van een 'Saegmolen
huijsinge'. De transportaktes van de heer
lijkheid Oud-Vlissingen zijn verloren
"builen
Arends, 1783 (Topografisch-historische atlas
Gemeente-archief Vlissingen)
gegaan, zodat niet meer onderzocht kan
worden of De Bont een al bestaande
molen kocht, of dat hij deze zelf liet bou
wen op onbebouwd land dat hij rond 1663
gekocht had. Het is zelfs niet te achterha
len wanneer De Bont in het bezit van de
molen kwam.2 Wel is bekend, dat op 4
augustus 1664 een hypotheek van 200
pond Vlaams op de molen werd genomen.
Wellicht was dit bedoeld om de kosten van
de bouw te dekken. In de drie daarop vol
gende jaren werden nog twee hypotheken
op hetzelfde object genomen, wat erop
kan wijzen dat het bedrijf in het begin niet
erg winstgevend was.
Op 25 januari 1678 gingen ene Z. de Bout
en zijn kinderen er zelfs toe over beslag te
leggen op de zaagmolen. Zes dagen later,
op 1 februari 1678, werd de molen 'bij or
donnantie van weth' verkocht aan Cornelis
van Hoorn, die amper twee weken later
het bedrijf doorverkocht. De kopers waren
toen Margaretha Gowijnsen en Pieter de
Bont, die op diezelfde dag een hypotheek
van 200 pond Vlaams op hun nieuwe
bezitting namen; mogelijk was dit de koop
som die ze ervoor hadden neergeteld.
«Ie T/H.a.£r:raoleu en Batterij