Water voor
Vlissingen
De geschiedenis van het pompstation Biggekerke
In de duinen van Dishoek ligt een pomp
station voor de distributie van duinwater.
Het gebouw heeft in de loop der tijden vele
namen gekregen, zoals 'f Watermesjien,
Pompstation Dishoek en thans heet het
officieel Opjager Biggekerke. In 1996 heeft
de N.V. Delta Nutsbedrijven het terrein en
de gebouwen afgestoten. De reden hier
voor is dat de aanleg van een nieuwe lei
ding de opjaagfunctie overbodig heeft
gemaakt.
Door deze veranderingen is het interessant
om eens in te gaan op de geschiedenis
van dit deel van Biggekerke. Ja, Biggeker
ke, want de gebouwen liggen nog net op
grondgebied van deze vroegere gemeente.
De watervoorziening in de loop der tijd
Volgens overlevering was er op die plaats
heel lang geleden een melaatsenkamp.
Wel vinden we in de archieven betrouw
bare gegevens over de vorige eeuw. In die
tijd was de Industriële Revolutie gestart.
Vooral de toepassing van de stoommachi
ne bracht een geweldige verandering op
tal van terreinen teweeg. Zo kwamen in
Zeeland onder andere een kanaal door
Walcheren, een spoorwegverbinding
(1873) en ook een waterleidingbedrijf tot
stand.
De Zeeuwse bevolking dronk gewoonlijk
water uit de eigen regenput of regenton; bij
langdurige droogte was er altijd nog de
pomp op het kerkplein. De mensen waren
in de regel heel secuur op hun drinkwater-
voorraad en hielden de put goed schoon.
In de steden, waar men dichter naast
elkaar woonde, werd het moeilijker om het
water zuiver te houden. Er waren daar
veel bedrijfjes die roet produceerden en
afvalwater loosden. Deze fabriekjes had
den ook in tijden van droogte water nodig,
zodat een constante aanvoer zeer wense
lijk was.
Ook in Engeland, een land dat vooropliep
in talrijke ontwikkelingen, had men met dit
probleem te kampen. Daar ontstonden
waterleidingbedrijfjes die rivierwater aan
een bepaald gedeelte van de stad lever
den. Het gevolg was dat de inwoners van
Londen water aangeleverd kregen van ver
schillende maatschappijen en van diverse
kwaliteiten. Zo was er in 1829 in Londen
een bedrijfje dat om esthetische redenen
het rivierwater eerst door een zandbed liet
lopen alvorens het naar zijn klanten te stu
ren. In 1850 ontdekte de Londense huis
arts John Snow dat er in de ene wijk veel
meer cholera- en tyfusepidemieën voor
kwamen dan in de andere wijk. Hij legde
het verband tussen het drinken van de ver
schillende soorten drinkwater en de voor
komende ziekten en zo werd de bacterie-
zuiverende werking van een zandbed ont
dekt.
Drinkwatervoorziening voor Vlissingen
Een grote hoop zand heeft bovendien de
eigenschap om veel neervallende regen in
zich te kunnen bergen, en de duinen bij
Biggekerke vormen zo'n flinke hoop zand.
Dat moet de Middelburgse aannemer Dirk
Donkers kennelijk hebben gedacht toen hij
in 1870 een concessie verwierf van de
gemeente Vlissingen om aan deze stad
drinkwater te mogen leveren. Om onbe
kende redenen ging dit plan niet door en
bleef de stad Vlissingen zijn drinkwater
aanvoeren met schepen uit Dordrecht en
Rotterdam.