Waar de oorspronkelijke bewoners van deze huizen waren gebleven werd ons niet verteld. De divisiegevechtspost zat in een villa (Toorenvliedt, Br.) in een bos langs de weg naar Westkapelle. Ik was er een keer voor een oefening. Alles was onderge bracht in ondergrondse bunkers. In een school in de buurt werden we opgeleid tot Je kon voor een kleinigheid bestraft wor den, bijvoorbeeld voor gaten in je sokken. Een veel voorkomende straf was extra wachtlopen. In Middelburg was ook een militaire gevangenis; een van mijn kamera den zat daar drie dagen omdat hij zijn noodrantsoen had opgegeten. We hielden ons gedeisd, hier op Walcheren waren we telegrafist. Om 8 uur 's morgens was er appèl op het schoolplein, dan werd ons geweer en uniform geïnspecteerd. Ook onze laarzen moesten schoon zijn. Dan kregen we de orders en het wachtwoord. Eenmaal per week hadden we uitrustings inspectie; dan moesten geweer, bajonet, bestek en etensblik schoon zijn. Duitse militairen op wacht voor het militair hospitaal (Kloveniersdoelen) te Middelburg (foto Zeeuws Documentatiecentrum) ons leven zeker, meer dan aan het Oost front. Onze keuken zat in een hoekhuis aan de Koudekerkseweg; daar moest het eten

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1997 | | pagina 13