naar Rotterdam. Een kleine bezetting bleef
over voor onderhoud van de installaties.
Tegen het eind van de oorlog maakte de
Duitse Wehrmacht alles onbruikbaar. De
opslagtanker werd ter plaatse tot zinken
gebracht, de waltanks waren zwaar
beschadigd. Een grote kolenlichter lag
samen met andere gezonken vaartuigen in
de havenmond en het kantoorschip von
den we na de bevrijding - helemaal uitge
kleed - terug in Wemeldinge. Het weer
gebruiksklaar maken van de haven en het
herstel van de oorlogsschade aan de
installaties nam geruime tijd in beslag. Pas
in 1947 kwam het bunkerwerk weer mond
jesmaat op gang.
Na 1950 volgde er een periode van grote
bloei, waarbij opgemerkt moet worden dat
de kolenomzet geleidelijk terugliep door de
vermindering van het aantal kolengestook-
te zeeschepen. Maar dit werd meer dan
goedgemaakt door de olieomzet.
Jaren van meer dan duizend bunkersche
pen waren voorwaar geen uitzondering.
De kentering kwam na 1965 en was vooral
het gevolg van de schaalvergroting in de
zeescheepvaart. Het voorkómen van tijd
verlies begon voor de reders belangrijk te
worden. Het gevolg daarvan was, dat
steeds meer de voorkeur werd gegeven
aan bunkeren per lichter in de havens
waar men laadde of loste.
In 1971 viel het doek voor het Vlissingse
Panoramafoto van de buitenhaven van Vlissin-
gen, 1935/'36. rechts ligt het in januari 1935
afgemeerde bunkerschip Vlismar III (coll. L.J.
van der Vliet)
bunkerstation (dat na 1969 gewerkt had
onder de naam 'Calpam'). De olie-opslag-
installatie kwam in handen van de N.V.
Haven van Vlissingen. Het sleepboot-
bedrijf, dat de laatste jaren steeds meer
betrokken was geraakt bij het scheepvaart
verkeer in Vlissingen-Oost, ging over in
handen van de Nieuwe Vlissingse Sleep
dienst.
Op het moment van sluiting waren er nog
ongeveer tachtig mensen in dienst. Van
hen kon een aantal, dankzij de medewer
king van diverse instellingen en bedrijven
(vooral de Koninklijke Maatschappij De
Schelde), snel aan nieuw werk worden
geholpen. Het sleepbootpersoneel ging in
z'n geheel over naar de Nieuwe Vlissingse
Sleepdienst. Het kantoorpersoneel kon
deels geplaatst worden bij andere S.H.V.-
vestigingen. Voor enkele oudere werkne
mers was er tenslotte een gunstige afvloei
ingsregeling.
Daarmee was de periode van ruim veertig
jaar bunkeractiviteit in de Vlissingse bui
tenhaven afgesloten.
L.J. van der Vliet