Natuur op Walcheren Inleiding De laatste tijd heb ik meegewerkt aan allerlei uitgaven op het gebied van de natuur in Zeeland, waaronder het boek Natuur in Zeeland tussen zee en zoom (1996). Ik ben geen kenner. Er zijn genoeg mensen die veel kunnen vertellen over vlinders, vogels, planten, paddestoelen, noem maar op. Toch is mij gevraagd een artikel te schrijven over de natuur op Wal cheren. Eerst leg ik de nadruk op de geschiedenis van het landschap voor zover die bepalend is voor de natuur, ver volgens schrijf ik over de aantasting van de natuur door vervuiling en de verande ring in het denken over natuurbehoud aan de hand van enkele voorbeelden. Het kan natuurlijk niet anders dan dat ik in zo'n kort bestek grote stappen neem. Wie meer wil weten, raad ik aan er wat literatuur op na te slaan. Onder dit artikel heb ik enige titels opgenomen, waar ik zelf dankbaar gebruik van heb gemaakt. Veranderingen in het landschap Eerst maar eens de geschiedenis ingedo ken; dat doe ik nu eenmaal graag. De geschiedenis van het Walcherse land schap kent een aantal ingrijpende episo den die van nadrukkelijke invloed waren op plant en dier. Sommige delen van het voormalige eiland herbergen nog resten uit soms lang vervlogen tijden, zoals de poel- gebieden. De Romeinen, om daar maar mee te beginnen, vertrokken uit Zeeland rond 250 na Christus. In die tijd begon de zee het land binnen te dringen. Of dat kwam door een verhoging van de zeespiegel en/of een reeks van stormvloeden, is niet hele maal duidelijk. In elk geval brak de duin gordel op verschillende plaatsen door en stroomde het zeewater het erachter liggen de land binnen. Gedurende de daaropvol gende eeuwen werd voornamelijk in de duinen gewoond en hier en daar in het binnenland. Walcheren werd door veel kreken doorsneden en bestond eigenlijk uit diverse eilandjes. Pas in de twaalfde eeuw werden dammen gelegd in de kreken en nog wat later verschenen de eerste dijkjes, de voorlopers van de grote dijk die Wal cheren in de twaalfde eeuw zou omarmen, daar waar de duinen het lieten afweten. Namen als Langendam (Zoutelande), Brig- damme en Poppendamme herinneren hieraan, evenals Werendijke (onder Zoute lande) en Zanddijk (bij Veere). Walcheren was, net als de rest van Zeeland, een veengebied. Hier graasden schapen op de schorren die zorgden voor de inkomsten van abdijen in Vlaanderen en Luxemburg. Van dat stukje landschap, een echt onaan getast veengebied, is al lang geen sprake meer op Walcheren. Wie naar een rest van dit landschap zoekt, komt teleurge steld thuis. Nadat - en misschien al voordat - de grote ringdijk om Walcheren werd gelegd, in de twaalfde eeuw, kwam de moernering op gang. Er waren eigenlijk twee soorten veenontginning; moerneren en darincdel- ven. Darinc is een ander woord voor veen. Bij darincdelven werd het veen vanonder een laag klei gehaald, daar afgezet door de zee tijdens de overstromingen. Bij moerneren werd het veen meteen vanaf het oppervlak gewonnen. Ook selnering kan hier worden genoemd, waarbij zout uit veen werd gewonnen. In alle gevallen ont stond een hollebollig landschap, dat ook nog eens enige decimeters tot meters onder het voormalige oppervlak kwam te

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1997 | | pagina 20