wat wegen bij, maar het grootste deel van het eiland bleef ongemoeid. Tot de inundatie van 1944. Het is al meer malen opgeschreven en op andere wijze gememoreerd, misschien tot vermoeiens toe, maar die gebeurtenis heeft nu een maal enorme gevolgen gekend voor het Walcherse landschap. Afgezien van de noordelijke polders rond Vrouwenpolder en de nieuwe polders ten oosten van het Kanaal door Walcheren werd het hele eiland één watermassa tot februari 1946, toen het laatste dijkgat, bij Rammekens, werd gedicht. Daarna volgde de periode van wederopbouw met een uitgebreide ruilverkaveling, die de vooroorlogse infra structuur van het eiland flink aantastte. Het verbaast natuurlijk niet dat deze ramp nogal wat invloed had, en nog steeds heeft, op de planten- en dierenwereld. De huidige ruilverkaveling heeft meer aan dacht voor natuurwaarden dan eerdere verkavelingen. Het is te hopen dat de natuur hierdoor wordt verrijkt. Gevolgen van de inundatie Walcheren van voor de inundatie vergelij ken met het eiland van nu, is eigenlijk een onbegonnen zaak. Ik licht er een paar voorbeelden uit, die met kenmerkende landschappen hebben te maken. Allereerst de poelgebieden, zeg maar de weilanden van Walcheren. Zorgde de inun datie al voor een achteruitgang in het aan tal vogels, de veranderingen in de land bouw (bemesting, grondwaterpeilverlaging, chemische bestrijdingsmiddelen) eisten daarna evengoed hun tol. Veldleeuwerik, grutto, graspieper, gele kwikstaart, alle maal vogels die fourageren en broeden in de weilanden, zijn in aantal fors achteruit gegaan. Slechts mondjesmaat komen ze weer terug en dan alleen als er gericht actie wordt gevoerd, zoals het beschermen van nesten. Toch zie je nog regelmatig kieviten, goudplevieren, scholeksters en kauwen op de weilanden bezig, ten teken dat nog niet alle leven is verdwenen en zelfs terugkomt. Sommige vogels zijn eigenlijk nooit weggeweest, zoals de over winterende kleine zwaan en verschillende ganzensoorten. In de duinen is veel veranderd, vooral na de Tweede Wereldoorlog. De gebieden lagen grotendeels droog tijdens de inunda tie en behielden hun waarde - ook al wer den ze door militaire handelingen soms grondig vernield - tot de waterpeilverlaging voor uitdroging zorgde, met alle gevolgen vandien. Het landgoed Ter Hooge kende voor 1944 een rijkdom aan vogels en planten. Om enkele vogelsoorten te noemen, die er tot broeden kwamen: roeken, blauwe reigers, torenvalk, boomvalk, ransuil en wielewaal, maar ook de kerkuil. Nu Ter Hooge weer de allure van een echt bos heeft gekregen, broeden er weer vogels als wielewaal, staartmees, zwartkop, tuinfluiter, grote bonte specht en ransuil, terwijl er ook weer een kolonie blauwe reigers is, met 53 paar groter dan voor de inundatie. Planten komen ook weer volop voor, waaronder kruiden als glad walstro en tijmereprijs, maar ook bekendere soorten als pinkster bloem, narcis, daslook en gulden boter bloem. Paddestoelen als paarse schijnrid- der, rode kelkzwam, prachtmycena en levertraanzwam vonden er een voedzaam plekje. Nieuwe landschapselementen De overstroming van 1944 zorgde ook voor 'nieuwe' kreken, bij Veere, Westka-

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1997 | | pagina 22