Vervuiling en verval
De vervuilende invloed van de mens is
vooral na de Tweede Wereldoorlog flink
toegenomen. Ook vóór die tijd was er al
sprake van verontreiniging van de lucht,
de bodem en grond- en oppervlaktewater.
Denk maar aan de gasfabrieken, waarvan
de terreinen in deze tijd alle worden gesa
neerd. Maar ook de eerste gemotoriseerde
voertuigen en boten zorgden voor de nodi
ge vervuiling. De landbouw begon steeds
meer kunstmest, insecticiden, pesticiden
en andere groei- en gewasbeschermings
middelen te gebruiken, waardoor vooral
het grondwater flink werd verontreinigd.
Vanaf de jaren zestig kwam daar de indus
trie nog bij. En dan heb ik het nog niet
eens over de velen die de natuur als een
vuilnisemmer zagen.
Toen ik een klein ventje was, zo half en
eind jaren zestig, ging ik nog regelmatig
met vriendjes stekelbaarsjes zoeken (in
het brakke water) en salamanders (in het
zoete water). Dat kon toen nog. Vanaf de
jaren zeventig bleven de stekelbaarsjes
weg, evenals de salamanders. Overigens
ging ik ze toen, om redenen van meer
wereldse aard, ook niet meer zoeken.
Deze kennis heb ik dus uit de boeken
(welke kennis niet, trouwens...).
Een belangrijke groep mensen moet ik niet
vergeten. Het zijn degenen die er een rom
meltje van maakten en zorgden voor wat
we nu 'milieudelicten' noemen. Door aller
lei rommel in de grond te (ver)stoppen,
zorgden zij voor ernstige verontreinigin
gen. Gecombineerd leidden de verontreini
gingen door landbouw, industrie en perso
nen tot een algehele achteruitgang van de
natuur. Zowel planten als dieren legden
het loodje. In de wateren verdween soms
zelfs al het leven.
Planten als grote lisdodde (bezuren of
sigaren) verdwenen, evenals akkerdistels,
die werden gezien als een bedreiging voor
de opbrengst van het land. Er kwam zelfs
een distelverordening. Rijk, provincie,
gemeenten en waterschappen spoten hun
straten, wegen en pleinen vol met onkruid
bestrijdingsmiddelen, zodat er geen bloei
ende berm meer was te vinden, met soor
ten als klaproos, herik, vogelwikke, rolkla
ver, pastinaak en rode klaver. Veel dieren
gebruiken de bermen als permanent leef
gebied en zoeken er naar zaadjes of broe
den er zelfs: patrijs, fazant, gele kwik
staart, veldleeuwerik en graspieper.
Ook de onkruidbestrijdingsmiddelen kwa
men uiteindelijk in het grondwater terecht.
Om dat voor consumptie geschikt te hou
den of te maken, moesten grote waterzui
veringsinstallaties worden aangelegd.
Nog een maatregel die van uitzonderlijke
invloed was en is op de natuur, is de peil-
verlaging van het grondwater ten behoeve
van de landbouw en de waterwinning voor
drinkwater. Het land mag niet te nat zijn.
dus wordt veel water weggepompt, waar
door verdroging ontstaat in de hoger gele
gen delen. Dat hier dan weer water bij
moet om die verdroging tegen te gaan (of
sluisjes aangelegd, zoals bij De Manteling)
is toch wel vreemd... Verdroging heeft
natuurlijk desastreuze gevolgen voor de
natuur. Wat te denken van de natte duin
valleien, waar door peilverlaging planten
soorten als oeverkruid, parnassia, moeras-
wespenorchis, hondskruid, maanvaren en
bonte paardestaart verdwenen? Ook
vogels, waaronder de grauwe en bruine
kiekendief, zijn als broedvogel uit de duin
valleien verdwenen.
Er waren ook gebieden die de dans ont-