zien hij zijn rechterhand verwond had. Omdat hij zich geneerde voor het feit dat hij dronken achter een hooiberg had gele gen, vertelde hij tegen Will en zijn vrouw dat hij zich die middag in de duinen van Vlissingen had verwond bij het snijden van een stok. Hij zei dat hij afscheid kwam nemen, omdat hij een dienstbetrekking in Bergen op Zoom had aangenomen en tevens om zijn koffer met kleren op te halen die nog bij hen stond. Toen mevrouw Will zag dat hij gewond was, heeft zij zijn hand verbonden. Er zat bloed aan zijn kraag, aan de mouwen van zijn jas en aan zijn overhemd. Nadat hij het gezin Will voor de genoten gastvrijheid een gulden had gegeven, vertrok hij naar het logement De Kat, om daar de nacht door te brengen. Zijn beide koffers liet hij bij Will achter. Antwerpen Toen Louis de volgende dag om zijn koffers kwam, heeft mevrouw Will opnieuw zijn hand verbonden en de gedroogde bloedvlekken uit zijn kleren geborsteld. Rond twee uur bracht Will met zijn vrouw en beide kinderen Louis naar het station en zette hem op de trein naar Bergen op Zoom. Intussen zal Louis van gedachten veran derd zijn, want in plaats van in Bergen op Zoom kwam hij 's avonds met de Holland se trein in Antwerpen aan. Per rijtuig begaf hij zich naar het gezin van de weduwe Vrancken, die hij nog van vroeger kende. Tegen betaling van tien en een halve frank in de week mocht hij daar in de kost komen. Hij moest voor het doen van de was extra betalen. Op de vraag waaraan hij zich zo lelijk verwond had, antwoordde hij dat dit gebeurd was bij het snijden van een stok. Tegen Jean Vrancken en zijn zus Maria zou hij later zeggen dat dit gebeurd was bij het snijden van het deeg. Toen na twee dagen de wonden erg veel pijn gin gen doen, heeft mevrouw Vrancken ze met lauw water gezuiverd en opnieuw verbon den. Het viel de Antwerpenaren op dat Louis in het bezit was van een groot gouden horlo ge, waarvan hij geen sleutel scheen te hebben. Om het horloge te kunnen opwin den, leende hij eens een sleutel van zijn gastheer. Ook had hij een gouden bril met blauwe glazen bij zich. Toen men later nog eens informeerde naar dat horloge, vertel de hij dat hij dit voor veertig frank verpand had bij de Bank van Lening. Nadat Louis zich voor de eerste maal had verschoond, viel het mevrouw Vrancken op dat er bloedvlekken zaten op het voor ste gedeelte van zijn overhemd en op zijn twee zakdoeken, terwijl zijn onderbroek ter hoogte van zijn linkerknie geheel met bloed doortrokken was. Volgens Maria leek het wel of hij met zijn knie in een plas bloed had gezeten. Toen ze er met hem over sprak, zei hij dat ook zijn bruine broek onder het bloed had gezeten, maar dat hij die zelf had uitgewassen. Zonder geld Op 25 oktober ging Louis, die nog steeds geen werk had gevonden, naar de herberg 't Heereltje. Hij was vergezeld van een matroos, aan wie Louis vroeg om passage op een boot naar Amerika te regelen. Drie dagen lang zou Louis daarna vergeefs bij de herberg aankloppen om een boodschap van de onbekend gebleven matroos. Nadat half november zijn geld was opge raakt, trad Louis Roland in dienst bij bak ker Bapluie.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1997 | | pagina 29