museum in Amsterdam en de NOB te Hil
versum.
In elke genoemde Zeeuwse instelling is
een catalogus voorhanden waarin kan
worden opgezocht welke films er zijn. Dat
betekent vaak niet meer dan een korte
aanduiding waar de film globaal betrekking
op heeft. Zo heeft het Gemeentearchief
Middelburg een grote collectie jaarfilms
onder de titel Middelburgs mozaïek van
1961 tot en met 1993, waarin de hoogte
punten van een jaar in de stad zijn vastge
legd.
Wat er precies op de films te zien is, staat
niet in de catalogus. Het materiaal is maar
zeer beperkt door individuele bezoekers in
te zien. De diensten zijn niet berekend op
vertoon van films of het materiaal is te
kwetsbaar om zonder meer in een projec
tor te stoppen. Alleen de films van de
Afdeling Voorlichting van de Provincie Zee
land, professioneel gemaakte publiciteits
films, worden uitgeleend. Bij de andere
instellingen ligt de nadruk op bewaren. Het
Zeeuws Documentatiecentrum, beheerder
van een groot deel van de films, leent
geen materiaal uit, noch worden video
kopieën gemaakt. De aardigste fragmen
ten worden geselecteerd voor de Zeeuwse
Filmdagen en zijn dan voor het publiek te
zien. Het kwetsbare originele materiaal,
vaak van verschillend formaat (8 mm en
16 mm), wordt hiervoor bij gespecialiseer
de bedrijven gekopieerd op een nieuwe
band voor vertoning.
Inmiddels zijn enkele films ook op video
gezet en in de handel gebracht. Niet alles
kan in de handel gebracht worden. Op bijna
al het materiaal zitten auteursrechten en
niet elke filmmaker is ervan gecharmeerd
dat zijn filmpjes overal te koop liggen.
Veel filmmateriaal is ook niet zonder meer
voor iedereen interessant. De kwaliteit is
soms echt te slecht en de inhoud spreekt
lang niet altijd voor zich. Veel wisselende
scènes maken het beeld onrustig en de
verwarring wat en waar iets is, is groot,
wat door het ontbreken van geluid nog
wordt versterkt. Dergelijke films zouden
voorzien moeten worden van commentaar
en goed gemonteerd. Kortom, daar moet
met de nodige deskundigheid naar geke
ken worden en dat is arbeidsintensief, dus
duur.
In handen van een professionele docu
mentairemaker kunnen met het amateur
materiaal aangrijpende filmverslagen wor
den gemaakt, zoals een ieder die zondag
4 mei bij de VPRO naar De maalstroom,
een familiekroniek heeft gekeken, kon con
stateren. Schijnbaar eenvoudige familie
filmpjes leverden een schrijnende docu
mentaire op over Joods leven in Neder
land. Geheel onverwacht - althans voor
mij - bleken Annie en Max Peereboom
met hun dochtertje in Vlissingen te hebben
gewoond, tot hun gedwongen verhuizing
naar Amsterdam in 1942. Filmbeelden uit
Amsterdam werden afgewisseld met opna
men van nieuwbouw aan de Singel,
schaatsers op de Spuikom en fietsers op
het Walcherse platteland. Daar tussendoor
waren filmpjes gemonteerd van de bezet
ters en collaborateurs. Zo bleek met het
ogenschijnlijk los materiaal door Péter
Forgacs een aangrijpende documentaire
van het Joodse leven tot 1942, ook in Vlis
singen, gemaakt te kunnen worden.
Voor het Zeeuws Filmarchief heeft bewa
ren en conserveren van film de meeste
aandacht. Het veiligstellen van materiaal is
het belangrijkste en het enig haalbare van
wege de hoge kosten. Op dit terrein wordt
een forse sprong voorwaarts gemaakt