Erg ongewoon was voor mij het vlakke
landschap. Tijdens oefeningen en dienst
reizen kwam ik vaak in Middelburg, Dom
burg en Vlissingen.
Eén a twee keer per maand was er een
godsdienstoefening, geleid door de divisie-
geestelijke. De discipline was streng, we
werden opgeleid tot onvoorwaardelijke
gehoorzaamheid, overtredingen kwamen
haast niet voor. Terugblikkend kan ik stel
len dat mijn verblijf op Walcheren de mooi
ste en rustigste tijd uit de oorlog was. Wat
daarna kwam, was vreselijk.'
Angst voor overstroming
Arbeitsmann Martin Pollmeier kwam in
april 1943 met 250 kameraden vanuit
Münster per trein in Vlissingen aan: 'We
werden ondergebracht in barakken in de
buurt van Koudekerke. Daar werden we
verder opgeleid. We moesten de kust
bewaken, zelf deed ik dienst als motor
ordonnans. Onze opleiding was zwaar,
voor heimwee hadden we weinig tijd.
Het was mooi zomerweer, we konden
goed zwemmen. Verder heb ik te Vlissin
gen de tewaterlating van een ca. 20.000
tons vrachtschip (de Borneo, Br.) meege
maakt.
Dat het oorlog was, merkten we onder
andere aan bomaanvallen en acties van
snelboten tegen Duitse voorpostboten.
Omdat Walcheren onder de zeespiegel
ligt, werd wel eens gesproken over het
opblazen van de dijken door de Engelsen
en overstromingsgevaar. Aan het einde
van de zomer ben ik per motor naar Duits
land teruggekeerd.'
Hondeweer
Omstreeks het midden van 1943 werd de
65ste Infanterie Division opgevolgd door
de 19de Luftwaffe Felddivision. Uit haar
geledingen twee reacties.
Allereerst die van Getreiter Heinrich Krus-
dick (1923): 'In de voorzomer van 1943
werden we vanuit Evreux (Frankrijk) per
trein naar Goes vervoerd. Vandaar ging
het in gemotoriseerde mars naar onze
stellingen in de buurt van Arnemuiden. We
Gefreiter Alfred Sclmatterer bij "eine ange-
schwemmte Seemine."
lagen daar langs een dijk en waren onder
gebracht in tenten en barakken. Onze taak
was luchtafweer en zonodig verdediging
van onze stelling. Als gevechtseenheid
stonden we voortdurend op wacht, daar
door was er nauwelijks tijd voor contact
met de bevolking. Aan het einde van de
zomer verplaatsten we onze stelling naar
de stadsrand van Middelburg. Onze drink-