pen van Walcheren, tot in Westkapelle toe. Met een flink span honden voor de kar konden er toen ook al behoorlijke afstan den afgelegd worden. De honden konden, mits de kar - een licht tweewielig wagentje - niet te zwaar beladen was, nog een flin ke snelheid bereiken. Op het eind van de rit snakten ze dan wel naar adem en hin gen hun lange tongen ver uit hun bek. Voor een reis naar bijvoorbeeld West kapelle moest Jan Kaljouw 's morgens al vroeg op pad en was het in de winter maanden al donker eer hij thuis was. 's Avonds moest de kar nog leeggehaald, en indien mogelijk de boel nog gesorteerd worden. De vodden werden gesorteerd op «ft** j. - mm - Het gezin van Jan Kaljouw en Johanna Besuij- en voor hun huis op Groot Abeele. Het kleine mannetje uiterst rechts is Jan Kaljouw junior. De andere kinderen zijn: staande (van links naar rechts) Johanna (Wanne), Mattheüs (Teeuw), Leuntje (Leu), David, Sara (Saartje), Abraham (Bram), zittend: Janna, Margaretha (Grie) en Willem. De foto is waarschijnlijk gemaakt ter gelegen heid van de vijftigste verjaardag van het gezinshoofd op 17 september 1913. David is vele jaren groenteboer geweest in Middelburg (omgeving het Zand) en Teeuw veehandelaar in Grijpskerke. wolgebreid (wat het meeste opbracht), katoen, laken en dergelijke en ook nog het goenje (jutezakken) wat het laagst geno teerd stond. Van de metalen werden geel- en rood koper, lood en zink apart gehouden. Oud ijzer had wel vier soorten, namelijk giet ijzer, zwaar ijzer (balken en dergelijke), middelzwaar en schroot. Op geregelde tijden, als de prijzen accep tabel waren, werden de spullen weer opgeladen en naar een groothandelaar gebracht. Meestal was dat de firma Polak die haar pakhuizen had aan de Oude

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1998 | | pagina 10