Werfstraat (bij de Loskade) te Middelburg. Voor het 'vodden pakken' was een specia le manier bedacht, waar wij als schooljon gens later ook wel eens bij mochten hel pen. Op de begane grond werd een zak aan vier touwen opgehangen aan een lage zolder. Door een opening in de zolder, waarop de vodden lagen, werden ze ver- Geitenslachter Naast het beroep van handelaar had Kaljouw ook nog een heel ander beroep, namelijk het slachten van beesten, voor namelijk geiten en konijnen. Geiten waren in die tijd de koeien van de arbeider. Op het platteland had bijna iedere arbeider wel een of meerdere geiten in een schuur- volgens in de zak gegooid en aange stampt. Dat aanstampen gebeurde door een man of jongen die af en toe in de zak ging staan en door flink op de vodden te gaan springen de zak als het ware volper- ste. Als jongens vonden wij dat best een leuk werkje, maar het was nogal stoffig boven die zak. Door het aanstampen kreeg je een hoop stof in je gezicht, zodat het soms bijna om te stikken was. Stof- maskers kende men toen nog niet en ik herinner me nog dat ik er daardoor een hekel aan kreeg. Groot Abeele, waar vier generaties Kaljouw hebben gewoond en nog wonen. Het hoge huis (midden) is Huize Abeele, waar de familie omstreeks 1929 nog heeft gewoond en waar de auteur van dit artikel is geboren. tje staan, die voornamelijk voor de melk gehouden werden. Als ze oud werden of ziekelijk waren, werden ze geslacht en werd het vlees voor consumptie gebruikt. Het vlees had evenwel een wrange en sterke smaak en was daardoor niet zo lek ker. Door steeds jonge geitjes te kweken bleef

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1998 | | pagina 11