Archiefvondsten
mssm
Warme gevoelens uit een Koudekerkse kluis
In de archiefkluis van het voormalige ge
meentehuis van Koudekerke werd tussen
een stapel foto's een vergeeld papier met
daarop het volgende gedicht aangetroffen.
Naamdicht op het Portret in Boerinnen Dracht
van Mejuffrouw Antonia van Bohemen
Antonia, wat lijk je toch aardig en knap
Netjes en mooi in die Walcherse kap!
'T schijnt wel als ivaart ge op 't eiland geboren
Ouder 't lommer der boomen en 't golvende koren
Nergens nog zag ik zoo'n snoep'rig gelaatje
\nlandsch of buitenlandsch (Nee 't is geen praatje)
A Is 't jouwe lief meisje, op markt of op straatje.
Wond je dat jakje niet t' eng of te stijf
A Is je 't eerst paste zoo om je mooi lijf
(Neem 't me niet kwalijk dat 'k dit naar je schrijf)
Blijf immer zoo lief, zoo goedig en aardig,
Op school en in 't heele leven steeds vaardig
Hef grootste geluk zij u immer beschoren
E)i al wat de ziel en het hart kan bekoren
M et 't inwendig weten dat iedere plicht
En taak van 't sij grooter of kleiner gewicht
Naar kracht en vermogen was trouwelijk verricht.
Het gedicht is gedateerd te Middelburg, 1
oktober 1913. De ondertekening is slecht
leesbaar, mogelijk J.A. Nerts.
Onderzoek in het bevolkingsregister van
Koudekerke leverde op dat Antonia van
Bohemen (geboren in Den Haag op 30
november 1884) zich op 2 mei 1911 vanuit
Nijmegen in Koudekerke vestigde. Zij werd
hoofd van de Christelijke Bewaarschool.
Het portret in boerinnendracht werd niet
aangetroffen in de fotoverzameling. Wel
werd in een fotoalbum afkomstig van de
Koudekerkse dokter Van der Harst, een
foto voorzien van een bovenschrift
bewaarschool met mej. Van Bohemen' uit
1914 gevonden. Een dertigjarige juffrouw
Van Bohemen staat hier (in burgerdracht)
met haar kleuters voor de camera. Wie
Antonia's hart met dit naamdicht wilde ver
overen, kon niet worden achterhaald.
Amors pijlen hebben blijkbaar het doel
gemist. Antonia vertrok op 28 januari 1921
naar Hees bij Nijmegen, ongehuwd.
Peter Blom