Doeken met brandewijn Veere en het redden van drenkelingen In Walacria, een kroniek van Walcheren deel 8 staat een boeiend verhaal over rampen en redders voor de Walcherse kust, geschreven door de Veerse gemeen tearchivaris Peter Blom. Bij de beschrijving van de reddingsmaatschappijen spitst Blom zijn verhaal toe op de Koninklijke Zuid-Holiandsche Maatschappij tot Red ding van Schipbreukelingen (KZHMRS). In dit artikel wil ik wat meer aandacht beste den aan Veerse activiteiten op dit gebied. De juiste hulp voor een drenkeling In de tweede helft van de achttiende eeuw ging men onderzoeken hoe drenkelingen het beste konden worden behandeld. Voor die tijd bestonden hierover nogal wat mis verstanden; zo vond men het heei gewoon een drenkeling ondersteboven op te han gen in de veronderstelling dat het water dat hij had binnengekregen er op die manier vanzelf wel uit zou lopen. In 1762 verscheen er in Parijs een boekje met aanwijzingen over wat men wel en wat men beslist niet met een drenkeling moest doen. Belangrijk was hem uit te kleden en in wollen dekens te wikkelen. Als hij ver volgens in een huis was ondergebracht, moest hem een beker lauwe wijn toege diend worden. Mocht de drenkeling weinig tekenen van leven geven, dan waren er allerlei manieren om hem op pijnlijke wijze tot leven te wekken, zoals door middel van aderlating of zelfs door tabaksrook via de anus in de darmen te brengen. Vijf jaar later, in augustus 1767, werd in Amsterdam de Maatschappij tot Redding van Drenkelingen opgericht. Het duurde enige tijd voordat de berichten hiervan tot Walcheren doordrongen. Op 16 februari 1768 besteedde de Middelburgsche Cou rant er in een voor die tijd uitgebreid artikel aandacht aan. Zowel in Amsterdam als in middels ook in Rotterdam kregen redders van drenkelingen, als ze dit tenminste vol doende konden bewijzen, voor hun goede daad een gouden penning met daarop hun naam gegraveerd. Als iemand geen prijs stelde op deze medaille, kon hij in plaats hiervan ook zes gouden dukaten krijgen. Na deze publicatie ging men ook in Zee land over deze materie nadenken. Ook ging men hoe langer hoe meer de Zeeuw se wateren bebakenen en loodsen zorg den ervoor dat de schepen veilig door onze gevaarlijke zeearmen konden varen. Veers initiatief In januari 1769 kwam het Veerse stads bestuur met het besluit om in navolging van Amsterdam ook aan Veerenaren op te dragen hun in nood verkerende mede mens van de verdrinkingsdood te redden. Iedereen werd opgeroepen de helpende hand uit te steken 'wanneer zij eenig mensch, oud of jong in het water vinden leggen of schoon zij al geen teeken van leven aan dezelve ontdekken dezelve uijt het water te haaien en naar het een of ander nabij gelegens huijs te vervoeren...' Tappers en herbergiers werd opgedragen hulp te bieden bij het verstrekken van drank. Voorts dat de dokter of chirurgijn werd geroepen om hulp te bieden. Op het niet verlenen van hulp stond een boete van 25 gulden. In de negentiende eeuw ging men nog meer aandacht besteden aan het verzor gen van drenkelingen. De Amsterdamse Maatschappij tot het Redden van Drenke-

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1998 | | pagina 31