Bijeenkomsten
Bijeenkomsten
Emigratie naar Amerika
Van 8 september tot 31 oktober 1997 werd
in het Roosevelt Study Center te Middel
burg een tentoonstelling gehouden met als
thema 'Exodus naar de nieuwe wereld:
Ellis Island en de Zeeuwen in Amerika'.
In het kader hiervan hield de heer J.L.
Krabbendam op 17 september vorig jaar
een lezing voor de Heemkundige Kring
Walcheren over de emigratie van Zeeuwen
naar Amerika in de periode 1847-1920. Hij
spitste zijn verhaal toe op de ontwikkeling
van het dorp Zeeland in Michigan.
De provincie Zeeland heeft naar verhou
ding de meeste immigranten aan Amerika
geleverd. In genoemde periode verlieten
32.000 Zeeuwen hun provincie om een
bestaan op te bouwen in de Nieuwe
Wereld. De bevolking van Zeeland nam in
de negentiende eeuw sterk toe, ondanks
de slechte hygiënische omstandigheden
waarin men leefde. Er was weinig zicht op
verbetering van de levensstandaard.
In 1845 en 1846 werd heel Nederland
getroffen door de aardappelziekte, die
driekwart van de oogst verwoestte. Dit ver
slechterde de toch al moeilijke situatie
voor de gewone man in Zeeland. Ook
waren er godsdienstige spanningen. De
combinatie van economische, sociale en
religieuze druk schiep een gevoel van een
scherpe en aanhoudende crisis, waaruit
emigratie een aantrekkelijke uitweg bood.
Dominee Cornelis van der Meulen (1800-
1876) was de predikant van de Afgeschei
denen in Goes en omstreken. Zij werden
tot 1840 vervolgd door de overheid die het
centraal gezag van de Hervormde Synode
wilde handhaven.
Ook drukte de economische crisis zwaar
op hen. Eind 1846 waren al groepen van
honderden landverhuizers onder leiding
van de afgescheiden predikanten A.C. van
Raalte en H.R Scholte naar Amerika ver
trokken. De Zeeuwen hadden eerst beden
kingen tegen landverhuizing, maar lieten
zich overtuigen dat Amerika nieuwe moge
lijkheden voor een goed bestaan in een
christelijke samenleving bood.
Op 1 februari 1847 richtten zes Zeeuwen
de Zeeuwsche Vereeniging voor Landver
huizing naar de Vereenigde Staaten van
Amerika op in de consistorie van de Afge
scheiden gemeente te Goes. De vereni
ging verliet Nederland als kerkelijke
gemeente met dominee Van der Meulen
als haar predikant. In totaal vertrokken in
april 1847 457 Zeeuwen, verdeeld over
drie groepen, naar Amerika.
Een van hen was Jannes van de Luijster
(1789-1862), een rijke boer in Borssele en
ouderling in de Afgescheiden gemeente.
Met de opbrengst van zijn boerderij en
beesten (veertigduizend gulden) betaalde
hij de overtocht voor 77 arme dorpsgeno
ten. Hij schoot alle kosten voor voedsel,
reis en land voor. Dominee Van der Meu
len benadrukte dat vooral de armen een
kans moesten krijgen om mee te gaan
naar Amerika. De landverhuizers moesten
voor hun eigen proviand zorgen en om de
beurt koken. Van de Luijster kocht voor
5.806,40 aan eten voor de reis in, vooral
houdbare waren zoals erwten.
Omdat het gezelschap te groot was voor
één boot, vertrokken de Zeeuwen met drie
schepen: twee uit Antwerpen en een uit
Rotterdam. De groep van Van der Meulen
die uit Rotterdam zou vertrekken, moest
vijf weken wachten op een goed schip en
gunstige wind. In de haven van Hellevoet-
sluis stierven meer dan twintig kinderen
aan de mazelen voordat de Zeeuwen kon
den vertrekken.