-|Jonkvrouw Beele| V am Simon van der Hooge (semor)| f— Bette Wi sse van Koudekerkef j jx HI* |- I* H IN N I I IN.N. I Adel i se van Rubroec '„TmM, ii ijJMoen van Koudekerke ||alias Simon van VI issingenjj Wi11 em van der Boedef Pi eter van Koudekerke| jx f— |x IH IN.N. IJonkvrouw Beatrijs laHaHMaHaJ| |N N Wi Hem 1221 I* 'an Koudekerkef I Gi11i s van Koudekerkef (knaape) 0 -||Wi 11 em rV a- HIMeester Simon van der Hooge|| I |j(junior) j| j ijkanunnik jj I 1 I I rVI- I Lsabet ||Gi Ills van Koudekerke|| I rV-b— ■J I I i -j Wi1lem van Koudekerkef I* H Adeli sse f IfPieter van der Boede|| -1Wi11 em van Koudekerkef I* I |N.N f -|Jonkvrouw Kateline I* I- Wi1lem van der Hayman| Raas van Koudekerkef llGillis jjpriesterjj f— Heinr-ic van Koudekerkef I I* I |N.N. f ~||Pieter van der Boede|| -|Jonkvrouw Beatrijs van der Boedel ||Wi 1 lem van Koudekerke ||Margriet van Zoutelande -||Willem van den Vivere|| ||Gillis van den Vivere|| -||Jan van der Vivere|| ij|Heinnc van Brigdamme|| ||Gi Ills van Koudekerke|| Na veel puzzelwerk met de talrijke namen is het gelukt een beknopte, min of meer voorlopige genealogie van het geslacht Van Koudekerke samen te stellen. Deze stamboom, die de perio de van ca. 1200 tot ca. 1350 beslaat, omvat zes generaties Van Koudekerke, daaronder begre pen de takken Van der Hooge en Van der Boede. Alleen van deze laatste tak zijn ook nadien nog afstammelingen bekend; als laatste Eloy Geertsz. van der Boede, notaris en raad van Middelburg in 1550. Willem junior. Willem had nauwelijks het hoofd neergelegd, of zijn zonen hadden al ruzie over de tiend van Koudekerke. Dat was in 1221 'Ouwe Willem' bracht waarschijnlijk zijn laatste levensjaren door 'in dien doester in Middelburgh'. Zijn achterachterkleinzoon meester Simon van der Hooge (de kanun nik of kapittelheer) zonderde in zijn testa ment uit 1335 een deel van zijn voorvader lijk grondbezit af voor de stichting van een capelrie (altaarbediening) in dit klooster, de abdij. 'Want daer leghet Wisse van Coude- kercke ende Symoen van der Hoghen ende mine vorders.' Wisse was de groot vader, Symoen de vader van meester Simon. Onder 'mine vorders' is te ver staan: mijn voorouders. Slot Hoewel al een halve eeuw uitwonend inboorling en enigszins vervreemd van

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1998 | | pagina 8