De als vliedberg gecamoufleerde bunker bij
Groot-Abeele. (Foto Leo Hollestelle)
nooit. Wel vaak burgerdoelen, met veel
slachtoffers, zoals op Nieuw-Abeele waar
geen bunker geraakt werd, maar een heel
huizenblok, waarbij elf doden te betreuren
vielen. Op Groot-Abeele is de vrouw van
de landbouwer Olyslager omgekomen tij
dens het bombardement.
Bekend is dat tijdens de landing in Nor-
mandië nog hele bunkercomplexen intact
gebleven waren, ondanks de zeer zware
bombardementen die aan de landing voor
afgegaan waren. Bij Groot-Abeele werd
bijna een bunker geraakt. Hij staat er nog
steeds en is als vliedberg gecamoufleerd.
Vlak bij deze bunker lagen wel vijftien tot
twintig bomtrechters naast en door elkaar,
maar ze lagen precies aan de verkeerde
kant van de tankgracht. In plaats van aan
de binnenkant van de gracht lagen ze aan
de buitenkant, recht tegenover de bunker
in het bouwland, op circa vijftien meter
afstand.
Op het eind van de oorlog werden de
bombardementen wel wat secuurder, zoals
bijvoorbeeld op de dijken en op het spoor
wegemplacement van Middelburg, waarbij
helaas ook burgerslachtoffers te betreuren
waren.
Psychologisch zullen die bombardementen
vermoedelijk wel enig effect hebben
gehad, want na zo'n bombardement als
bijvoorbeeld bij Abeele, waarbij horen en
zien je verging en alles beefde en kraakte,
zal de lust om nog lang door te vechten
wel niet groot geweest zijn.'
Ijskelders
De heer J. Joziasse uit Middelburg las met
belangstelling het artikel over de ijskelders
in Middelburg (De Wete, januari 1998).
Hij betwijfelt of de ijsfabriek aan de Los-
kade na 1921 is opgeheven. Hij kan zich
nog uit zijn jeugd herinneren dat na de
Tweede Wereldoorlog staven ijs werden
gehaald op de Loskade. Deze staven
waren een meter lang, met een hoogte en
breedte van 20 centimeter. De heer
Joziasse weet niet meer de naam van
deze ijsfabriek, maar hij stond wel op
dezelfde plaats als de door A.F. Franken,
de auteur van het artikel, beschreven coö
peratieve ijsfabriek.
Nach Walcheren abkommandiert
De heer W. Toutenhoofd uit Westkapelle
reageerde op het artikel van de heer Braat
in De Wete van oktober 1997 over de