van de discussie was dat de brigade gehandhaafd bleef. Toen daartoe eenmaal besloten was, werd betere huisvesting actueel. Op 11 januari 1900 deelde de divisiecommandant mee dat in Westkapelle een andere kazerne nodig was. In de bestaande was geen gelegenheid extra personeel te vestigen. geval was, kreeg een voor wachtmeester geslaagde of reeds tot wachtmeester bevorderde toestemming om te trouwen. De kandidaat was dan vaak al in de dertig. Verplaatsing is ongewenst Terug naar de huisvesting van de Brigade Westkapelle. Hoewel daarover al in 1900 De marechausseekazerne in Westkapelle. (Collectie P. van Rooijen, Westkapelle) Gedetacheerden moesten onder het dak slapen, iets wat in de winter ondoenlijk was. Ook beschikte de bestaande kazerne niet over een verblijfsruimte. Een gedeta cheerde deelde het huiselijk verkeer met een gezin, een situatie die niet wenselijk werd geacht. Was men soms bang voor het ontstaan van ongewenste relaties? Over relaties gesproken: het aangaan van een huwelijk vormde voor menig mare chaussee een probleem. Eerst moest een dienstwoning beschikbaar zijn. Als dat het met de Genie werd gesproken, duurde het toch nog tot 1922 voor een nieuw gebouw werd betrokken. Ook dat kwam er niet zomaar. In 1920 was bewaking van het Kanaal door Zuid-Beveland nodig. De vraag was of de brigade van Westkapelle dit niet kon doen. De commandant van de eerste divisie verzette zich daartegen: "...verplaatsing van de brigade Westkapel le is ongewenst. Zij werkt krachtig preven tief en houdt de dijkwerkersbevolking, een eigenaardig type mensen, in goede banen. De brigade daar weghalen wordt sterk ont raden en mocht het toch gebeuren, dan moet er eerst Rijksveldwacht zijn."

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1998 | | pagina 14