wÊËÊË het algemeen wel resultaat. Wachtmeester te paard Joosse, commandant van zes bereden marechaussees, meldde bijvoor beeld na een staking te Vlissingen in april 1899 dat hij met een onbereden groep de menigte beslist niet in bedwang had kun nen houden. Hun optreden scheen ook preventief te werken: in maart 1899 maak- gade in Vlissingen. Een aan te stellen commandant zou dan ook talenkennis moeten hebben. Burgemeester en wethouders van Vlissin gen drongen er op 28 maart 1900 bij de minister van Justitie op aan een vaste bri gade in Vlissingen te stationeren. Als reden hiervoor voerden zij aan het toezicht Erewacht van marechaussees op het station te Vlissingen, begin 1900. De foto is waarschijti- lijk genomen bij de aankomst van vorstelijke personen. (Collectie Museum der Koninklijke Marechaussee te Buren) te een socialistische voorman rechtsom keert toen hij vernam dat de Marechaus see was gearriveerd. Ook het internationale verkeer via de Maatschappij Zeeland en de daarmee gepaard gaande vorstelijke transitoreizen vereisten de aanwezigheid van een bri- op de talrijke arbeidersbevolking en het internationale reizigersverkeer. Tegenwoor dig zou zo'n verzoek leiden tot de instelling van een commissie die dan een aantal zogenaamde papiermandrapporten uit brengt, destijds volstonden briefwisseling en een enkele vergadering. De doorreis van de Duitse keizer begin 1901 heeft vermoedelijk de doorslag gege ven. Tijdens zijn aankomst heerste op het station Vlissingen grote wanorde doordat het emplacement niet behoorlijk was afge sloten. Als toen marechaussee te paard

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1998 | | pagina 16