was ingezet, had die chaos voorkomen
kunnen worden.
Districtscommando
In juli 1902 inspecteerde Cavalerie-gene-
raal Wüpperman, onder wie de Mare
chaussee toen nog ressorteerde, de Bri
gade Westkapelle. Daarna ging hij naar
Vlissingen. Zijn bezoek stond in verband
met de vestiging van een brigade. Waar
moest die gehuisvest worden?
Verschillende mogelijkheden passeerden
de revue: een terrein tussen stad en sta
tion, een vroegere ziekeninrichting, een
voormalig weeshuis en een hotel. Geen
van deze locaties werd geschikt geacht.
Daarom werd voor vijftien jaar een pand in
de Kasteelstraat gehuurd.
Op 13 oktober 1903 kon de commandant
van de Eerste Divisie aan zijn meerdere
melden: "Heden te Vlissingen brigade te
paard uitgezet, kazerne in orde bevonden."
De brigade teide een wachtmeester, een
brigadier, vier marechaussees en een
ordonnans van de districtscommandant.
Soms kwamen daar nog enkele mare
chaussees in opleiding bij.
Tegelijk met de oprichting van de Brigade
Vlissingen werd het districtscommando
van Sas van Gent naar Vlissingen ver
plaatst. De commandant daarvan, een
kapitein of luitenant, kon vandaaruit beter
contact onderhouden met de Officier van
Justitie te Middelburg.
Het bewakingsgebied van de Brigade Vlis
singen strekte zich ook uit over Middelburg,
Ritthem, Oost- en West-Souburg, Nieuw- en
Sint Joosland, Biggekerke en Koudekerke.
Alleen stakingen?
De vraag ligt voor de hand: wat deed de
Marechaussee nog meer dan optreden bij
stakingen? We kunnen hier wegens het
ontbreken van dagrapporten slechts in
algemene zin op ingaan. De meest voor
komende strafbare feiten waarmee zij in
aanraking kwam, waren inbraak, diefstal,
zedenmisdrijven, moord, doodslag, mis
handeling en verduistering. Ook hield zij
toezicht op zigeuners, landloperij, en zeker
te Vlissingen waren paspoortcontrole en
beveiliging van vorstelijke personen op
doorreis belangrijke taken. Ook werd in het
laatste geval een erewacht geleverd.
Zo'n vorstelijk bezoek kwam vrij regelmatig
voor. In 1904 bijvoorbeeld was er drie keer
bezoek van de koning en koningin van
Engeland. De laatste keer was de koningin
op doorreis van Duitsland naar Engeland.
Zij reisde per trein. De districtscomman
dant van Vlissingen begeleidde haar vanaf
Roosendaal. Ook de Duitse keizer maakte
van Vlissingen gebruik. In mei 1910
scheepte hij zich daar in op het keizerlijk
jacht 'Hohenzollern'. Ongetwijfeld heeft de
Marechaussee bij al die bezoeken een rol
gespeeld.
Huisvestingsproblemen
De huisvesting in de Scheidestad begon al
na enkele jaren problemen op te leveren.
In juni 1908 begon het gebouw in de Kas
teelstraat verzakkingen te vertonen, in
woning en stal ontstonden scheuren. De
paarden moesten tijdelijk elders worden
ondergebracht.
Toen het huurcontract in 1918 afliep,
waren de klachten alleen maar verergerd.
Het gebouw was te klein, de woning voor
de gehuwde wachtmeester te beperkt,
wassen gebeurde op de binnenplaats in
de open lucht, de hooizolder was te klein
en voor een 'grote boodschap' was een
ton in gebruik.