In 1920 wilde de eigenaresse, mevrouw Claijsen uit Sas van Gent, het gebouw aan de Marechaussee verkopen, maar die bedankte voor de eer. De Aagje Deken straat kwam in beeld. Daar stonden enkele militaire woningen, maar die werden geweigerd: te lawaaierig vanwege de nabijgelegen scheepswerf. De ruimte ach- steeds nijpender. In 1921 moesten op last van de kantonrechter de panden in de Kasteelstraat ontruimd worden. Paarden en ongehuwd personeel werden onderge bracht naast het stadhuis en in het Arse naal. Ook een deel van de Willem III- kazerne werd in gebruik genomen. Rond 1922 werd de Brigade Vlissingen De Marechausseekazerne aan de Bloemenlaan in Vlissingen omstreeks 1970. (Zeemus Docu mentatiecentrum) ter de huizen was te klein en een verbou wing zou te veel gaan kosten. Nieuwbouw leek de oplossing maar voor het zover was, moest eerst nog een reorganisatie voorstel worden behandeld. In juni 1918 werd overwogen het districts commando van Vlissingen te verplaatsen naar Sas van Gent. De leiding was tegen. Het zou nadelig werken op het toezicht zowel in West-Zeeuws-Vlaanderen als op Walcheren. Ook was vanuit Vlissingen sneller overleg mogelijk met Justitie en de Commissaris der Koningin in Middelburg. De situatie op huisvestingsgebied werd nog eens kritisch onder de loep genomen. Had die eigenlijk nog wel nut? De inspec teur van het Wapen wees op de preventie ve werking ervan. De Marechaussee ver richtte bovendien transportdiensten, hield toezicht op het verkeer en nam transpor ten uit Zeeuws-Vlaanderen over. Ook kon zij te paard optreden bij bijvoorbeeld sta kingen op momenten dat niet op hulp van buitenaf gerekend hoefde te worden. De brigade beschikte ook over ruimte voor reservepersoneel en paarden; andere bri gades, onder meer in Zeeuws-Vlaanderen, hadden die niet. Behoud van de brigade was noodzakelijk en daar werd naar geluisterd, want de bri gade werd behouden en aan de rommeli ge situatie op huisvestingsgebied kwam

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1998 | | pagina 18