f Reddingen Berging\
VOMaatschappljs.3J
tieve vereniging, ook wel kortweg coöpera
tie genoemd. Het was dus geen maat
schappij in de zin van een naamloze ven
nootschap. Ingevolge de Wet op de Coö
peratieve Verenigingen was zij verplicht
haar jaarlijkse rekening en verantwoording
'neder te leggen' bij de griffie van het
dichtstbijzijnde kantongerecht zodat die
Stempel van de coöperatie op de rekening over
1915/1916. (Rijksarchief in Zeeland, archief
Kantongerecht te Middelburg, inv.nr. 778,
volgnr. 239)
voor iedereen was in te zien. Dit was ook
in artikel 19 van de statuten van de Veerse
coöperatie nog eens uitdrukkelijk vastge
legd. Dankzij deze wettelijke bepaling kun
nen we nu nog steeds in het archief van
het Kantongerecht te Middelburg de reke
ningen van de Veerse bergers inzien en zo
wat meer te weten komen over hun reilen
en zeilen.
Wegens de instelling van het Handels
register op 1 april 1921 moesten de reke
ningen vanaf dat moment bij de Kamer
van Koophandel te Middelburg ingeleverd
worden. Omdat het Middelburgse Handels
register in 1940 verloren is gegaan,
beschikken we thans alleen nog maar over
de rekeningen van 1898 tot en met 1920.
Twee coöperaties
De rekeningen in het archief van het Kan
tongerecht te Middelburg betreffen die van
de Coöperatieve Redding en Berging
Maatschappij te Veere, in 1898 opgericht
door voornamelijk Veerse vissers, met de
familie Van Beveren nadrukkelijk aan het
roer. Midavaine schrijft in zijn artikel dat op
21 november 1903 enkele leden uit deze
coöperatie 'opnieuw' de Coöperatieve
Reddings- en Bergingsvereeniging oprich
ten, nu zonder de familie Van Beveren. Hij
veronderstelt dat dit een heroprichting van
dezelfde coöperatie was, ondanks de
gewijzigde naam. Dit is echter niet juist.
Ruim drie weken daarvoor, op 25 oktober,
was de coöperatie uit 1898 geliquideerd
waarna deze op 7 november opnieuw
werd opgericht onder exact dezelfde
naam: Coöperatieve Redding en Berging
Maatschappij. De enige deelnemers waren
nu drie leden van de familie Van Beveren,
Jacob Jan, Mattheus Johannes en Jan
Jacob, en de Middelburgse wagenmaker
Charles Louis Boel. Alle andere leden uit
de in 1898 opgerichte coöperatie waren uit
de statuten verdwenen. Juist deze leden
riepen twee weken later de nieuwe, door
Midavaine genoemde coöperatie in het
leven, uiteraard onder een iets andere
naam: Coöperatieve Reddings- en Ber
gingsvereeniging. Tweemaal de toevoe
ging van een 's' en de benaming 'vereeni-
ging' moesten het verschil met de coöpe
ratie van de Van Beverens aangeven.
Onder de vijftien deelnemers waren ver
schillende leden van de families De Bliek,
Minneboo en De Rooij, waarvan de mees
ten ook lid waren geweest van de coöpe
ratie uit 1898.
De conclusie is duidelijk: de Van Beverens
richtten de door hen geleide coöperatie, de
'maatschappij', opnieuw op met uitsluiting
van alle andere leden. Hiervoor wonnen zij