2.554,- op. Nadat de kosten, circa 1.100,-, hierop in mindering waren gebracht, konden de leden op 2 oktober ruim 2.000,- onderling verdelen. Drie weken later, op 25 oktober, kwamen de leden J.J., M.J. en H.C. van Beveren, J.F. en J. de Rooij, N. Minneboo, P. Verlin de, M. Slabber, H. Leeman en J. van Gel der bijeen om de coöperatieve vereniging te liquideren. Er was nog bijna 744,- in kas, waarvan na aftrek van de kosten 680,- aan de deelnemers kon worden uitgekeerd. Weer twee weken later, op 7 november, volgde de reeds genoemde heroprichting door de Van Beverens en wederom twee weken later de oprichting van een nieuwe coöperatie. Waarom? Het blijft, ondanks de bewaard gebleven rekeningen, ondui delijk. Bergingen van de tweede coöperatie De eerste en voorlopig enige actie van de heropgerichte coöperatie was het vlotbren- gen op 9 en 10 december 1904 van het salonschroefstoomschip Middelburg I van de Middelburgsche Maatschappij van Stoomvaart. Daarna brak een stille periode aan, die tot november 1910 duurde. In die maand wisten de Veerenaren het zeil, de giek en de gaffel van de bij Strijenham gezonken aak Vier Gebroeders uit Slie- drecht op te vissen en de inventaris van de bij Katseveer gezonken tjalk Op Hoop van Zegen uit Bergen op Zoom. Vanaf 1912 waren de Veerse bergers vier jaar lang betrokken bij een of twee sche pen die op de Oosterschelde in moeilijk heden kwamen. Op 22 maart kon het op de Middelplaat van de Oosterschelde gezonken ms Ooster-Schelde geborgen worden. Later borg men de inventaris van de op 14 maart in de Zandkreek gezonken Noordster en verleende men assistentie aan W.A. van den Tak bij de berging ervan. In maart 1913 gebeurde het omge keerde: de coöperatie huurde materieel van Van den Tak voor het lichten en naar de buitenhaven van Veere slepen van het in de Schaar van Yerseke gezonken schip Op Hoop van Zegen uit Terneuzen. Daarop volgden het vlotbrengen van de aak Zeven Gezusters uit Sas van Gent en de aak Ambulant uit Terneuzen, respectie velijk op 11 september 1913 en 14 maart 1914 gestrand in het Veerse Gat. In oktober 1915 liepen twee schepen vast op de Oranjeplaat: de schroefstoomboot Annie II (kapitein A. Meerman) van de beurtvaartdienst van Vlissingen naar Amsterdam en de aak Maria Catharina uit Oudenbosch. Beide werden vlotgebracht, onder andere met behulp van 31 werklie den en de ingehuurde sleepboot Verande ring van kapitein C. Zweedijk uit Yerseke. Tot eind 1919 had men het vervolgens rus tig. Pas in november van dat jaar kwamen de bergers weer in actie toen zij het beurt schip van J.J. de Ronde uit Goes met lading en al konden behouden. Op 13 december wisten de Van Beverens elf vaten haring te bergen uit het Engelse zeil schip Amethyst dat op de Bollen van het Nieuwe Zand in de Banjaard was gestrand. De vijf leden waaruit de coöpe ratie op dat moment bestond konden de winsten, respectievelijk 918,- en 186,-, onderling verdelen. Dat waren de laatste ons tot nu toe beken de bergingsacties van de Coöperatieve Redding en Berging Maatschappij te Veere. Tijdens de algemene ledenvergade ring van 27 mei 1920 keurden de leden de laatst bewaard gebleven rekening goed,

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1998 | | pagina 28